kapelkerk
In bedoelde goederenlijst wordt ene Aelbert Adriaensz genoemd,
die „ons fundator ende principael weldaeder is geweest", waaruit ik
heb geconcludeerd dat deze Aelbert de stichter is van de Kapelkerk.
En, zo poneerde ik, „aangezien de man in 1473/4 werd geboren, kon
hij niet voor 1498/9 over zijn goederen beschikken, zodat de stichting
van de Kapel niet ver voor 1513 kan zijn geschied". Cordfunke echter
kan hiervan de logica niet inzien. Toch is die logica er wel degelijk.
Allereerst heb ik niet „1489/90" geschreven, zoals Cordfunke abusie
velijk beweert, doch „1498/9". Als Aelbert in 1473/4 is geboren, dan
duurde het 25 jaar aleer hij meerderjarig was geworden. En vóór zijn
meerderjarigheid (in 1498/9) kon hij niet over zijn goederen - even
aangenomen dat hij toen reeds goederen bezat - beschikken. Naar ik
vermoed en meer dan een vermoeden is het niet - werd de kerk
echter niet kort na 1498/9 gebouwd, maar dieper in de lóe eeuw.
Want welke jongeman van 25 jaar stichtte een kerk, altaar of officie?
Zoiets hoort toch meer bij een oudere man.
De heer Cordfunke heeft echter een geheel andere logica, want zo
stelt hij: „Er is n.1. wel degelijk een veel ouder gegeven over de
Kapelkerk", waarna hij in het voetspoor van Eikelenberg en pastoor
Kleeff komt aandragen met de klok van 1443, gegoten door Pieter van
Dormen. „Voor de Kapelkerk heeft hij dus in 1443 de grote St.
Jansklok gegoten, hetgeen zonder meer bewijst dat de kapel vóór
1443 gebouwd werd". Of wij dit zonder meer als bewijs mogen
aanvaarden, alsook of het, zoals Cordfunke beweert, zó ongebruikelijk
was dat kerkklokken naar een andere kerk werden overgebracht, heb
ik behandeld in Alkmaar in het Drijfzand. Ik zou hieraan nog willen
toevoegen, dat er bij de diverse schrijvers kennelijk verwarring bestaat
inzake St. Jan Evangelist en St. Jan Baptist. Het kwam voor dat een
kerk of altaar meerdere patroonheiligen had en de combinatie O.L.
Vrouw en St. Johannes kwam vaak voor. Bedoeld is dan altijd St. Jan
Evangelist; dit vanwege de bijzondere relatie tussen Maria en Johannis
(Vrouw zie daar Uw zoon, zoon zie daar Uw moeder). Als Reder
derhalve spreekt van „Lieve Vrouwe- of St. Jans kapel", dan dient
bewezen te worden dat St. Jan Evangelist inderdaad iets met deze
kapel te maken had. Een dergelijk gegeven heb ik niet gevonden. In
alle geval is duidelijk, dat het altaar van St. Jan Baptist in de Grote
Kerk stond. Maar ook bevond zich aldaar een altaar van St. Jan
Evangelist. M.a.w. er is een duidelijke relatie tussen de Grote Kerk en
de beide St. Jan's, terwijl die er v.w.b. de Kapelkerk niet is (tenzij
men de fabels van Westphalen over St. Jansheren en het St. Jansbeeld
au serieux wenst te nemen). Daarom voel ik wel iets voor de
hypothese van Landzaat, die veronderstelt dat de St. Jansklok uit de
Grote Kerk afkomstig is.
275