Kapelkerk
kwestie neer in een geschrift, dat
ik ooit eens aan Cordfunke ter
inzage heb gegeven. Hij nam
deze visie en ook de gegevens
over in zijn vorig boek en
schreef: „Zo ontstond in 1482 de
St. Jansstraat. Op 3 nov. 1486
werd weer een stuk drassig ter
rein gelegen tussen de Laat en het
Verdronkenoord verkocht om
tot bouwterrein te worden opge
hoogd. Er moest een steeg ko
men van 14 voet breedte: de
tegenwoordige Huigbrouwer-
straat. Omstreeks 1510 was men
met de bouw niet verder gevor
derd dan de St. Annastraat. De
i Kapelkerk, waarvan de bouwja
ren onbekend zijn, moet derhal
ve tussen 1480 en 1500 zijn
gebouwd3)'.
Hierdoor kwam hij echter in bot
sing met Reder, die beweerd
heeft dat de Kapelkerk vóór
1381 is gesticht4). Behalve op
archeologisch onderzoek baseer
de Reder zich op een artikel van
Bruinvis5). We kunnen over Re-
der's historisch onderzoek kort
zijn, want het bevat niet één
gegeven betreffende de Kapel
kerk van vóór 1500. Aangezien
hij het artikel van Bruinvis ver
keerd geïnterpreteerd heeft, heb
ben alle oude gegevens betrek
king op het O.L. Vrouwenaltaar
in de Grote Kerk.
In zijn nieuwe boek heeft Cord
funke mijn theorie weer verlaten
en krijgt Reder toch gelijk6). Het
heet nu: „Over de datering van
de stichting van de Kapelkerk is
nogal wat verwarring geweest.
temeer omdat rekeningen en an
dere gegevens van voor 1500
ontbreken Op grond van de
bebouwingsgeschiedenis van de
Voormeer die na 1470 begon
werd dan ook aanvankelijk
door ons aangenomen dat ook de
bouw van de Kapelkerk na 1500.
na de aanleg van de St. Anna
straat, c. 1510, had plaatsgevon
den. Dit was in strijd met de
bouwkundige gegevens, die door
Rederwerden verkregen, ge
gevens, die duidelijk wezen op
een vroeg-gotische kapel. Het
probleem kon worden opgelost,
toen in de grafelijke rekeningen
de aantekening uit 1358 werd
gevonden. Hierin schonk hertog
Albrecht de capelanije die in
1358 door het overlijden van
heer Ellic vacant was aan heer
Diric, de jongere zoon van Vop-
pe van Alkmaar. Hierdoor staat
onomstotelijk vast dat de Kapel
kerk vóór 1358, en gezien de
inhoud van de aantekening,
reeds geruime tijd eerder be
stond. Dit is geheel in overeen
stemming met de conclusie die
Reder enz.'
Men merke op, dat Cordfunke
weliswaar vasthoudt aan de be
bouwing van het oostelijk stads
deel na 1470, maar dat hij blij
kens zijn eerste citaat de land
winning omstreeks 1325 laat be
ginnen, zodat „omstreeks 1400
de grens door de Nieuwstraat en
de Achterweg liep". Dit nu is
volstrekt onlogisch. Hij moest
echter op een of andere manier
de bouw van de Kapelkerk in het
223