Zoals u allen bekend zal zijn was Willem Schermerhorn een boerenzoon
van het Schermereiland, nauwkeuriger: van de Noordeindermeer, een in de
1T eeuw drooggelegd water binnen het Schermereiland. Hoe had deze zoon
van eenvoudige boerenmensen het zo ver kunnen brengen? En wie waren
die boerenmensen eigenlijk? Om met die laatste vraag te beginnen: Willem
Schermerhorn was de oudste zoon van Teunis Schermerhorn en Trijntje
Honig. Ik ga hier niet met u de geslachten Schermerhorn en Honig
doornemen, maar wil er slechts enkele elementen uitlichten. De
Schermerhoms waren in de vroege 19e eeuw zeer welvarende boeren
geweest met een uitgebreid grondbezit in de Schermerpolder en daarbuiten,
maar door de erfdelingen die zich in die eeuw hadden voorgedaan, was
Teunis Schermerhorn toch niet meer dan een middelgrote boer. De
Schermerhoms behoorden tot de Nederlandse Hervormde Kerk, en zoals
meestal ten noorden van het IJ in de negentiende eeuw betekende dat, dat zij
vrijzinnig hervormd waren.
Er bestaat altijd een zekere neiging om bij het natrekken van de
voorouders van een hoofdpersoon een zwaarder accent te leggen op de kant
van de vader dan op die van de moeder, omdat de achternaam nu eenmaal
van vaderskant komt, maar uiteraard is dat eenzijdig: Willem Schermerhom
was evenzeer de zoon van Trijntje Honig als van Teunis Schermerhorn.
Trijntje Honig was de dochter van een doopsgezinde vader, Willem Honig, en
een hervormde moeder, Bregje Akkerman. Blijkbaar spraken zij af dat de
kinderen die uit hun huwelijk geboren zouden worden om en om hervormd
en doopsgezind zouden worden, want Trijntjes oudere broer werd niet als
kind gedoopt, maar zou als jonge volwassene tot de doopsgezinden
toetreden, terwijl Trijntje als baby hervormd werd gedoopt. Willem Honig
was een meelevend lid van de doopsgezinde gemeente van Noordeinde:
jarenlang was hij lid van de kerkenraad. We zijn hier vanavond dus bijeen in
de kerk van Willem Schermerhoms grootvader van moederszijde.
Ook deze grootvader was boer: Willem Honig bezat ruim zestien hectare
land in de Noordeindermeer. Net als bij de Schermerhoms had zich bij de
Honigs in de negentiende eeuw door erfdelingen een verspreiding van het
landbezit voorgedaan, want Willems vader Pieter Honig had nog 38 hectare
grond in de Noordeindermeer bezeten. In 1895 ging Willem Honig
rentenieren en deed hij zijn boerderij 'Meerlust' met 18 hectare grond over
aan zijn schoonzoon Teunis Schermerhorn en zijn dochter Trijntje. Hun
eerstgeboren zoon Willem was toen juist een half jaar jong; Willem
Schermerhom groeide dus op op de boerderij 'Meerlust' in de
Noordeindermeer, waar eerder zijn grootvader Willem Honig had gewoond.
163