methode geweest om achtergestelde groepen zichzelf - gesubsidieerd en wel - te laten organiseren en op die manier toch in de natie op te nemen? Die gedachte is overigens vooral de laatste vijf jaar weer weggeëbd. Het was een interessante, maar matig doordachte opvatting. Ten eerste moet een verzuilingsproces van betrokken groepen zélf uitgaan - dat is niet op te leggen, dan werkt het niet. Ten tweede is het niet goed mogelijk om een groot deel van de samenleving ontzuild te laten voortleven en een deel van die samenleving te verzuilen. Nederland wil misschien wel terug naar de stabiliteit van de verzuiling, maar niemand wenst zich nog te onderwerpen aan de sociale controle die daar onlosmakelijk deel van uitmaakte. Het is meer in het algemeen onmogelijk een ontwikkeling uit een inmiddels ver verleden te herhalen. Het integratieproces zal dan ook een eigen ontwikkeling moeten zien te vinden. Desondanks herleeft de herinnering aan de verzuiling. Hier en daar worden zelfs allerlei voordelen van die periode naar voren gebracht, zoals de stabiliteit, de vanzelfsprekende samenhang binnen grote bevolkingsgroepen en de godsvrede die tussen de zuilen gehandhaafd bleef. De jaren zestig hebben in dat opzicht meer weten los te maken dan te binden. Zelfs de herinneringen aan allerlei onaangename kanten van de verzuiling worden toch vaak verteld of opgeschreven in het zachte strijklicht van de nostalgie. En zo kan de verzuiling, na lange tijd verketterd te zijn, zelfs langzamerhand weer rekenen op enige waardering en maakt die periode niet langer deel uit van het 'verkeerde verleden', maar van het gewone verleden, waarover dus gewoon gepraat kan worden. En dat lijkt me een hele vooruitgang. De verschillen uit de verzuiling hebben zelfs iets vertrouwds gekregen en misschien zelfs wel iets aardigs. En bij iedere fietser die we langs zien komen, kunnen we ons nu voortaan afvragen of het een katholiek is, die zijn Bourgondische mentaliteit geweld aandoet, of een protestant die zijn calvinisme op de tegenwind beproeft. De discussie na afloop van de lezing was zeer geanimeerd. De eerste vraag was naar aanleiding van het door Prof. De Rooy gebruikte voorzetsel bij het woord thorbeckianen. Het voorzetsel is de vragensteller onduidelijk, was het Pedo-thorbeckianen? Prof. De Rooy antwoordde dat hij het woord Papo-thorbeckianen had gebruikt: mensen die vóór Thorbecke en vóór de Paus waren. Het was een term die door protestanten werd gebruikt en die een negatieve bijklank had. Maar vergeet niet dat in het midden van de 19e eeuw de liberalen in hun streven naar liberalisering wel degelijk veel steun ondervonden van sommige katholieken. 32

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Een Nieuwe Chronyke van het Schermereiland - Graft-de Rijp en Schermer | 2007 | | pagina 32