Ik moest heel erg in mijn schulp kruipen om er
(is de openbare lagere school) langs te komen.
Het volgende interview met Jan Kaptein gaat over de situatie in de
veertiger/vijftiger jaren in De Rijp. Jan Kaptein werd geboren in 1934 en
groeide op in het katholieke gezin Kaptein. Hij was de zoon van de eigenaar
van Kaptein's winkel in luxe huishoudelijke artikelen en speelgoed in de
Rechtestraat.
Na de Mulo-opleiding leek hij even een carrière als onderwijzer tegemoet
te gaan, maar hij achtte zijn vermogen om geduld op te brengen voor het
jonge volk niet toereikend. Na een paar jaar werk en vakopleiding ging hij in
1958 in de winkel van zijn vader werken. In 1995 moest hij daar, om
gezondheidsredenen, mee stoppen. Steeds staan de gestelde vragen boven zijn
gegeven antwoord. Als iets tussen aanhalingstekens is afgedrukt is het een
(bijna) letterlijk citaat.
Je komt uit de middenstandswereld. Kocht katholiek bij katholiek enz.?
In het algemeen gold dat zeker. Bij onze winkel was dat weinig merkbaar.
Er was in De Rijp maar één concurrerende winkel voor huishoudelijke
artikelen, met een veel minder uitgebreid assortiment. Daarom liep de winkel
van Kaptein niet het gevaar gemeden te worden door niet-katholieken. 'Ik
weet dat mijn vader en moeder wel zeiden: je moet wel zoveel mogelijk
kopen bij geloofsgenoten. Zij kochten bijvoorbeeld textiel veel meer bij
geloofsgenoten dan bij niet geloofsgenoten'. De broers van vader Kaptein
waren kruidenier dus het lag voor de hand dat daar gekocht werd. Maar
tegenover huize Kaptein was de winkel van Rijkes. Jan Kaptein zegt daarover:
'nou daar heeft mijn moeder geloof ik nog nooit een boodschap gekocht'. Bij
de gang naar de vele kruideniers waren de stromen duidelijk gescheiden,
voor de bakkers hetzelfde. De bakkers ventten langs de deuren en omdat in
het ouderlijk huis Kaptein iedereen te vriend moest worden gehouden,
kwamen er wel vijf bakkers langs. Maar wel meer katholieke dan niet-
katholieke.
De wereld in de middenstand is al even ter sprake gekomen. In hoeverre
was er sprake van 'gescheiden werelden', in de sport, in het verdere
verenigingsleven, de scholen, in de omgang 'gewoon'?
Volgens Jan Kaptein leefde de dorpsgemeenschap gescheiden. Dat uitte
zich in alle opzichten en in alle facetten van het leven. Geloofsoverwegingen
129