De scholen in Schermerhorn
Drie waren het er: de christelijke school 'Het Kompas', de openbare lagere
school en de katholieke St. Jozefschool. In de begintijd van de heer Kuys was
er weinig samenwerking, alleen op Koninginnedag gebeurde er iets
gemeenschappelijks, voorbereid in een commissie waarvan het hoofd van de
katholieke school voorzitter was. En later, vanaf de jaren zeventig, werden de
sportdagen samen georganiseerd.
Het overleg dat later tot stand kwam verliep redelijk. Met de christelijke
school verliep het 'wel goed', met de openbare school 'ging 't soms iets
moeilijker'. Zonder in bijzonderheden te willen treden geeft de heer Kuys aan
dat er tussen de openbare en de christelijke school meer wrijvingen
bestonden dan tussen de protestante scholen en de katholieke school. Die
problemen kwamen meer vanwege de concurrentie-strijd dan dat ze een
geloofsachtergrond hadden.
Het leidende principe bij de schoolkeuze was dat die keuze vanuit de
geloofsachtergrond gemaakt werd. Alweer 'dat sprak vanzelf. De enige keer
dat de heer Kuys boos is geworden was dan ook toen het een keer gebeurde
dat het ouder-comité van één van de protestante scholen onder katholieke
ouders ging werven. 'Ik ben er toen op af gegaan, ieder 't zijne en toen was
het ook afgelopen'.
Omgekeerd kwamen er in de beginjaren geen niet-katholieke leerlingen
op de Jozefschool. Er zijn toen twee leerlingen overgegaan - uit zichzelf, niet
geworven. Zoiets telde zo zwaar dat de heer Kuys nu nog zegt: 'ik heb dat
niet aan het hoofd van de school waar de leerlingen vandaan kwamen
gemeld, dat was fout van me, dat geef ik toe'. Later kwam het natuurlijk
vaker voor dat er niet-katholieke leerlingen op zijn school kwamen.
Uiteraard waren de leerkrachten in de begintijd allemaal katholiek, de
verplichting 'van katholieke huize' stond ook in de sollicitatieoproep. De tijd
van de formulering 'de sollicitant dient de identiteit van de school te
onderschrijven' was toen nog niet aangebroken. Na die 'strenge' begintijd
was aan de Josephschool jarenlang een paar dagen per week een
gereformeerde vrouwelijke leerkracht verbonden. 'Dat ging prima, het is
eerder haar kwalijk genomen dan dat het voor de school problemen gaf.
Er waren drie scholen totdat de openbare te weinig leerlingen kreeg. Toen
het leerlingenaantal op de tweemansschool tot 18 a 19 was gedaald, was het
einde daar. De heer Kuys voerde toen een goed gesprek met alle ouders die
de overstap naar de Jozefschool overwogen. Over het geloof zei hij: 'ik bid op
school, dat doe ik altijd. De kinderen hoeven dat natuurlijk niet, maar wat ik
wel eis en vraag is dat ze dan stil zijn. Daar was iedereen het mee eens'. Alle
leerlingen van de openbare school kwamen naar de Jozefschool en de heer
164