Een driedeling, voor sommigen een tweedeling Een driedeling in Schermerhorn, hervormd, katholiek en gereformeerd, maar net als in De Rijp vanuit katholiek gezichtspunt meer: katholiek en protestant. Zoals de heer Kuys het zegt: 'de verschillen bij niet-katholieken gingen langs me heen'. Er was sprake van de katholieke wereld en de wereld daarbuiten. De gescheidenheid was er, maar was van een zo grote vanzelfsprekendheid dat er geen sprake van een conflictmatig karakter was. Sociale controle in dit opzicht? Ja, maar in milde vorm. Het ging bijna automatisch. Natuurlijk waren er ook in Schermerhorn bakkers van verschillend geloof, die voornamelijk geloofsgenoten als klant hadden. De familie Kuys ging over op de bakker van de 'goede' denominatie. Waarom? Het leek bijna toeval, maar het gebeurde. 'Eén bakker was genoeg; een brede plank over de sloot maakte de katholieke bakker goed bereikbaar'; speelde de functie aan een katholieke school een rol? Conclusie van de samensteller van dit verslag: het sprak vanzelf, juist het niet overgaan zou een demonstratie gew jest zijn. Misschien is het karakteristiek voor onze blik op het verzuild verleden dat we de vraag naar het waarom stellen. Dat er in vele opzichten sprake was van een tweedeling kwam ook tot uiting in de verenigingen. DDO was de katholieke voetbalvereniging - speelde op zondag- en de Mollen was de club van de protestanten, op de zaterdag spelend. De heer Kuys werd direct lid van DDO. 'Ik was gewend om op zondag te voetballen, het had weinig met godsdienst te maken'. Laetitia was (en is) de katholieke toneelvereniging en Amicitia de 'algemene'. Je had het Katholieke Vrouwengilde - vijf jaar geleden opgeheven- en de 'algemene' Plattelands-vrouwen. Was er sprake van gescheiden leefwerelden? Ja, maar alweer, het was vanzelfsprekend. Vrienden werden voornamelijk in de eigen geloofskring gezocht. Op de vraag of er sprake was van 'sturing' door de kerkelijke gezagsdragers antwoordt de heer Kuys dat de ene pastoor rechtlijniger was dan de andere, maar dat hij zich geen verboden zoals in De Rijp voorkwamen, kan herinneren. Uiteraard moet hierbij vermeld worden dat hij in 1959 in Schermerhorn kwam. De grens voor het begin van de ontzuiling, die landelijk in de zestiger jaren gelegd wordt, kan in Schermerhorn niet zo scherp bepaald worden. 'Het ging wat trager, de mensen waren dichter bij elkaar'. Van een sociale scheiding was in Schermerhorn geen sprake en zeker niet van één die gekoppeld was aan het geloof. Geen maatschappelijke bovenlaag in Schermerhom. Vogels van diverse pluimage, die goed met elkaar omgingen'. Hoe was de situatie wat betreft de drie scholen? 163

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Een Nieuwe Chronyke van het Schermereiland - Graft-de Rijp en Schermer | 2006 | | pagina 43