Terug naar Cor Booy. Volgens hem verdween de geloofstegenstelling vaak onder de druk te moeten overleven. ledereen te vriend houden Hij vertelt: 'De Rijp had de naam een grote plaats te zijn, maar voor de vele neringdoenden was het een kwestie van leven en laten leven. Er kon geen groot contrast bestaan tussen protestante winkeliers en roomse klanten en omgekeerd. Je moest ze allemaal te vriend houden'. Hij signaleerde dat in het jaar dat hij, vlak na de oorlog, bij Hooyberg werkte. Daarbij was er geen onderscheid tussen katholiek en niet katholiek. Zoals Jan Kaptein opmerkt: 'een ondernemer was middenstander van zijn geloof. De auto's van de katholieke dokter Wegdam en de protestante dokter Schermerhorn stonden bij Hooyberg naast elkaar in de stalling en ze werden op dezelfde manier getankt. Ondanks het feit dat Cor Booy zelf weinig gemerkt heeft van 'gescheiden werelden' ten gevolge van het geloof, komt het gesprek toch op de 'geloofs- tweedeling'. En toch was het katholiek/niet-katholiek Door Jan Kaptein wordt de opmerking gemaakt dat de invloed van het geloof op het dagelijks leven erg plaats- en gezinsgebonden was. Hij stelt nog een keer met nadruk dat zijn ervaring is dat er vijftig/zestig jaar geleden een duidelijke splitsing was in katholiek en 'de anderen'. De scheiding gold het sterkst in het verenigingsleven. Cor Booy komt nu ook met voorbeelden. Bij het oprichten van de coöperatieve boerenleenbank in De Rijp speelde het dilemma van aansluiting bij óf de Boerenleenbank in Den Bosch (katholiek), óf bij de protestante Centrale Raiffeisen Bank in Utrecht een grote rol Het werd Utrecht. Als tweede voorbeeld: bij de Jan Boon Stichting mocht oorspronkelijk geen katholiek optreden als vertegenwoordiger in de vergadering van commissarissen. Om aan te geven dat de splitsing ingrijpend was vertelt Cor Booy dat nog recent een 'parochiaan' hem had verteld dat hij als schooljongen de indruk had dat protestanten eigenlijk heel andere mensen waren. 'Een vorm van apartheid die ver doordrong in de kinderziel'. Absoluut apart ging het toe in de toneelwereld. Naast het Rijper Kleintoneel, die zijn uitvoeringen bij Ootje van Vliet in de Eendracht gaf, was er de katholieke vereniging Benedictus. 'Aanvankelijk mochten daarin geen dames meespelen. Geen vrouwen op het toneel, laat staan in de kleedkamer. Op zeker moment kwam wel de verlichting, maar de dames hadden wel een 147

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Een Nieuwe Chronyke van het Schermereiland - Graft-de Rijp en Schermer | 2006 | | pagina 27