Armoede en drankmisbruik in de pers aardappelen. En elke kastelein kan je vertellen dat je van mosterdsaus een prachtige dorst krijgt. De dorst moest gelest worden en dat gebeurde met vuurwater en brandewijn. De dorst was zo hevig en de armoede zo groot dat de drank per eetlepel werd verkocht. In het inloopzaakje ging niet een heel kelkje maar een eetlepel naar binnen'. Over die armoede en het drankmisbruik staan in 'Een sociographie van De Rijp' enkele saillante bijzonderheden. In 'Een sociographie van De Rijp' (Mensch en maatschappij, 1934) schrijft J. Hoek: Vergeleken bij de vorige eeuw is de 'toon' van het gemeenschapsleven sterk veranderd. De vroegere verhoudingen heb ik reeds geschetst: de kleine aristocratische groep schonk een bijzonder cachet aan het dorp, maar daartegenover stonden de paupers, die aan de Rijp een min of meer beruchte naam gaven onder de Noordhollandsche dorpen. 'De Rijp, Beverwijk en Schagen, dat zijn Noord-Hollands plagen!' luidde het gezegde. In hun manieren waren de leden der lagere klasse gekenmerkt door een opzettelijke ruwheid en onbeschaafdheid. Ze voelden een zeker zelfbewustzijn, vooral in hun tegenstelling tot de 'heren'. Maar ze durfden zich maar zelden uiten; alleen wanneer ze 'en masse' waren en de sterke drank hun wat moed gaf, kwamen de gevoelens te voorschijn. Een treffend staaltje daarvan vond ik in een plaatselijk blad (Rijper Nieuws- en Advertentieblad, 7 aug. 1926), waarin na jaren nog eens in herinnering werd gebracht een hevige brand op zaterdagavond 7 Augustus 1900, waarbij vijf huizen en zes pakhuizen in de as werden gelegd. In die tijd kwamen branden in De Rijp veelvuldig voor en men was al heel gauw geneigd aan opzet te denken. De mensen namen dus dikwijls die gebeurtenissen niet al te tragisch op. Bovendien was een gedeelte der bewoners ook in die tijd nog op zaterdagavond, wanneer na een week van geldgebrek weer loon was 145

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Een Nieuwe Chronyke van het Schermereiland - Graft-de Rijp en Schermer | 2006 | | pagina 25