De balklaag van de nieuwe zijzolder werd in de bestaande zijmuur gehakt. Maar de onderneming is kennelijk vakkundig aangepakt want in de voor- en achtergevel zijn geen afwijkingen te vinden. Alleen enkele spantpoten (van ruim 6 meter lang!) konden de spanning niet verdragen en vertoonden scheuren. De dakbalken met scheuren zijn bij de laatste restauratie met staal versterkt. Overigens was het allemaal niet zo nieuw wat er aan materiaal gebruikt is. In verschillende houten balken, van zowel de aanbouw maar ook het hoofdgebouw, waren oudere bouwsporen te ontdekken. Hout was vroeger al kostbaar en als het enige afmeting moest hebben moest het meestal van ver komen, dus was men er zuinig op en gebruikte het dikwijls opnieuw. Het 'wittelen' Ook duidelijk zichtbaar zijn de muurgedeelten die wit zijn gemaakt. Het zogenaamde 'wittelen' gebeurde met witsel. Een versierende manier die hoogstwaarschijnlijk uit onze koloniën is over komen waaien waar het tegen opkruipend ongedierte werd gebruikt. Het wittelen gebeurde ook wel eens op zandsteen om het snelle verweren van de zandsteen tegen te gaan of om te voorkomen dat zich op de zandsteen het donkere (beschermende!) patinalaagje vormde. Het weid algemeen voor een barbaarse uitvinding van de vroege 19e eeuw aangezien. Was dit een overblijfsel daarvan' Het gebeurde vaker dat gevels werden geschilderd. In Amsterdam zijn daarvan legio voorbeelden te vinden echter wel in andere kleuren. Was het witsel voor de gewone man? In ieder geval was er witkalk genoeg.2' De muren werden bestreken met in water gebluste en daarna een tijdje gekuilde witkalk. Na verdamping bleef een zeer dunne laag kalk achter die zich met de koolzuur uit de lucht verbond tot een hard, maar damp-open, oppervlak. Op die wijze kreeg je een regen-inslag-vrije bescherming welke wel bleef ademen waardoor geen schimmels en uittredend zout optraden. Het beperkte zich meestal tot het trasraam, het funderingsgedeelte van metselklinkers tot ongeveer 10 metselwerklagen boven het maaiveld. Het vond veel toepassing bij boerderijen waar de witkwast zeer kwistig werd gehanteerd wanneer in het voorjaar de koeien van stal waren. Niet alleen buiten maar ook de stallen werden gewitteld om daarmee een nieuw fris jaar te beginnen. De laag bood ook bescherming tegen de zouten en zuren uit de urine van de runderen. Zoals op de foto is te zien is er wat overvloediger mee omgegaan en zijn hogere muurgedeelten (naast en onder het raamkozijn) ook meegenomen. Misschien waren die muurgedeelten slecht en wilde men het met witsel camoufleren. Overigens is tijdens de laatste restauratie ook deze manier van wittelen terug gevonden op de 77

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Een Nieuwe Chronyke van het Schermereiland - Graft-de Rijp en Schermer | 2006 | | pagina 9