IJsselklinkertjes gemaakt. Met tras gemetseld gaf dat een vrijwel waterdicht resultaat. De aangetroffen Waalformaat stenen waren 20e eeuwse strengpersstenen en deden afbreuk aan de omgeving met z'n handgevormde drielingen. Dat werd ook gezien door de aannemer van de restauratie, de firma Duinmaijer, die het geopende museum de restauratie van de put aanbood. De oude put met de verbrijzelde hardstenen afdekking is afgebroken en herbouwd met drielingen en gevoegd met een snijvoeg. Het metselwerk is afgedekt met een nieuwe hardstenen plaat, weer voorzien van een ronde opening en hardhouten deksel. Een prachtig resultaat. De goten Het volgende wat opvalt zijn de goten voor de opvang van regenwater om de voornoemde put te voeden. De goten kwamen van het hoofdgebouw, de staart en de aanbouw.1' Aan het staartstuk zit een dubbele goot waarvan de een diende om het regenwater van de staart naar de put te leiden en de andere voor de regenwaterafvoer van de aanbouw zorgde. De goot van de aanbouw is interessant omdat deze onverstoorbaar langs het grote kozijn in de achtergevel loopt. Daaruit mag worden afgeleid dat de aanbouw van later datum is. En dat is heden ten dage nog steels te zien. Als u het museum bezoekt kunt u op de zijzolder de vroegere zijgevel, en buitengevel, van het hoofdgebouw nog aanschouwen met de originele 'getrapte weeg', de overlappende horizontale schotdelen. In de gemetselde gevel daaronder zijn nog restanten te ontdekken van twee kleine ronde venstertjes, zogenaamde 'oeil de boeufs' (Frans: koeienogen). De aanbouw De aanbouw, ook wel afluiving genoemd, is later aangebouwd. De oorspronkelijke kleine vensterglazen in het hoofdgebouw verraden een oudere leeftijd dan de grote vensterglazen in de aanbouw. Wanneer de aanbouw is gebouwd is niet bekend, maar er kan gevoeglijk worden aangenomen dat het samengaan in 1733 van het Aalmoezeniershuis aan de Tuingracht (met 16 bewoners) en het weeshuis aan de Rietbuurt (met 25 kinderen) de aanleiding moet zijn geweest voor de uitbreiding. De uitbreiding aan de oostzijde is voor die tijd een riskante onderneming geweest. Er werd immers aan een zijde gebruik gemaakt van de bestaande zijmuur van het Aalmoezeniershuis. Geen sinecure want het nieuwe dak en de verdiepingsvloer kwamen te dragen in zijmuur van het oude weeshuis en vormden daarmee toch extra belastingen. De nieuwe spantpoten werden op de worm of wurmt (randbalk) van het bestaande houten skelet gelegd, in vakkringen een etage- of dubbel ankerbalk gebint genoemd. 76

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Een Nieuwe Chronyke van het Schermereiland - Graft-de Rijp en Schermer | 2006 | | pagina 8