'Lofwaerdige dijckagies en miserabele polders',
Noord-Hollandse droogmakerijen in de 17e eeuw'.
Kort verslag van de lezing van Han van Zwet, na de pauze van de
Algemene Vergadering, met als titel:
Han van Zwet is gepensioneerd chemicus en vertelde aan de hand van
prachtige oude kaarten, met beamer geprojecteerd, een boeiend verhaal
over de droogmakerijen. Zijn betoog was duidelijk en deskundig.
Han van Zwet noemt eerst de drijfveren: de landaanwinning, de veiligheid
en het winstbejag. Daarna komt uitgebreid de aanpak ter sprake. Het gebied
moet in kaart worden gebracht, er moet een begroting komen, medestanders
moeten geworven worden en er moet een octrooi verworven worden.
Stukken land rond het meer moeten aangekocht worden, waarop de ringdijk
en ringvaart geprojecteerd worden. Dit vormt verreweg de hoogste post,
ongeveer een kwart van de totale kosten gaat hiermee gemoeid. Er moeten
uiteraard molens komen en er moet gezorgd worden voor een goede
infrastructuur.
Het aanleggen van de ringdijk en de ringvaart is een gigantisch werk. Dat
werk moet aanbesteed worden en voor het werk zijn duizenden arbeiders
nodig. De ringvaart moet aan eisen voldoen qua breedte en diepte en het
werk moet binnen 2 tot 5 maanden klaar zijn. Een apart verhaal betreft de
arbeiders. Voor 0,8 a 1 gulden per dag moet er zo'n 12 m3 per man per dag
geschept worden!
Hierna komt de bemaling ter sprake en daarbij vooral de beroemde
achtkante binnenkruier met oorspronkelijk het scheprad, later vervangen
door de vijzel. Het systeem van poldermolen, ondermolen, middenmolen en
bovenmolen passeert uiteraard de revue en Han van Zwet vertelt nog iets
over de investeerders: kooplieden, stedelijke regenten, Haagse ambtenaren
en de steden.
Een heel hoog aantal, ongeveer 60, belangstellenden toont zich heel
enthousiast over de lezing. Getuige de eerste vraag: 'wanneer komt deel
twee?' Na het beantwoorden van de vragen komt om tien uur het einde. De
voorzitter bedankt namens het bestuur Han van Zwet en laat zijn dank
vergezeld gaan van een boekenbon en bloemen voor mevr. Van Zwet.
73