In onze streken kwam men vele maten voor de el tegen:
Amsterdamse el 68,8 cm; Haagse el 69,4 cm;
Brabantse el 69,2 cm; Twentse el 58,7 cm;
Delftse el 68,2 cm; Workumer of Friese el 70,9 cm
Goese el 69 cm;.
Maar ook internationaal voelde men de behoefte aan standaardisatie. Op
het eind van de achttiende eeuw werd onder aanvoering van de Fransen een
universele maateenheid ontwikkeld, die overal en voor alle materialen en
gelegenheden kon worden toegepast en die niet meer verdeeld was in
twaalven of twintigsten maar in tien onderdelen: tiendelig of wel decimaal.
Het metrieke stelsel (gebaseerd op de meter dus) was ontwikkeld.
Echter van de invoering daarvan kwam niets terecht. Totdat Napoleon
Europa begon te veroveren. En net zo als men bij de franse revolutie van
alles overboord gooide, gingen ook de oude matenstelsels omver. In 1810
werd onder Lodewijk Napoleon ook hier het metrieke stelsel verplicht
gesteld. Maar toen Koning Willem I in de Nederlanden aantrad was het "weg
met de door de Fransen verplichte maten" en werden de oude (nederlandse)
maten weer in ere hersteld. Maar het metrieke stelsel was eigenlijk zo gek
nog niet en zo draaide het in 1816 op een compromis uit. De metrieke maten
werden ingevoerd, maar onder de klassieke oude benamingen:
onder andere: streep 1 mm, duim 1 cm; palm 10 cm; el 1 meter.
Dit leidt nu makkelijk tot verwarring. Als je het niet in de gaten hebt, denk
je bij voorbeeld bij het doorbladeren van oude militaire keuringspapieren, dat
de mensen vroeger toch wel erg klein waren. Immers een recruut van 1 el 8
palmen 1 duim was dus niet 1 x 69,4 8 x 10 1 x 2,5 151,9 cm, maar
een behoorlijk lange kerel van 181 cm lengte!
Na 1870 raakte de el langzaam aan in onbruik; maar de misbruikte
benamingen bleven officieel van kracht tot 1937. Daarna werd alles in
millimeters, centimeters en meters benoemd.
Ook uit het spraakgebruik verdwenen de oude benamingen, behalve bij de
timmerman, die heeft het nog altijd over zijn duimstok, de loodgieter spreekt
nog van pijpen van bv driekwart duim en bij sprekers of schrijvers hebben we
het wel over ellenlange verhalen, maar dat heeft een wat negatieve lading.
Daarom stop ik nu maar!
En geef de pen graag door aande Heer J. Pielage.
Paul Nooy
114
Museum
Bulletin
m