Om de schade zoveel mogelijk te beperken wist Ingenieur Enschedé van Waterstaat de Duitsers ervan te overtuigen zo weinig mogelijk polderland onder water te zetten. De 'nieuwe Duitse linie', een aanpassing van de Hollandse Waterlinie, liep niet overal langs bestaande polderkaden. Daarom moesten er her en der langs de nieuwe linie noodkades opgeworpen worden. De Nederlandsche Heidemaatschappij kon voor dit werk niet voldoende mankracht leveren, daarom werd, via de regeling van de 'Gemeinde-Einsatz', aan gemeenten opgedragen burgers in te zetten om grondwerkzaamheden te verrichten. Langs de Grafterbaan en het Westeinde kwamen op deze manier bekistingen tot stand bedoeld om het water tegen te houden. De bekisting was ook hier een initiatief van het Waterschap. Er werden palen in de grond geslagen, waar drie planken tegenaan kwamen en vervolgens kwam er klei tussen de planken. Klei-kistdam Grafterbaan bij het fruitbedrijf P. Roemer. Op de foto Piet en Tinie Oldenburg. Oomzeggers van de heer J. Oldenburg, de maker van de foto. Gevaarlijke schaatspret De inundatie had, naast een enorme mate van ongemak, een groot oppervlak aan water om te schaatsen opgeleverd, waarbij sprake was van een vrij ongevaarlijke diepte. Maar de geïndeerde gebieden grensden aan diepere sloten die wel gevaarlijk diep waren. Daar ging het in januari 1945 mis zoals één van de 'redders', Jan Leguit verhaalt (letterlijke weergave van zijn verhaal, zoals hij het noteerde op 23 januari 1945). 107

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Een Nieuwe Chronyke van het Schermereiland - Graft-de Rijp en Schermer | 2006 | | pagina 38