en zou eigenlijk naar de vijfde klas overgaan, maar mijn rekenen was onvoldoende. Het hoofd van de school meester De Ruiter bood toen aan mij in het nieuwe jaar (het was vlak voor kerstmis) extra lessen in rekenen te geven na schooltijd. Maar toen moesten wij weer weg. Het leven in Holland was goed. De onderwijzers en de medeleerlingen waren heel aardig voor ons. Alleen als we van het Weeshuis naar school liepen moesten we langs de katholieke school en als we daar langs kwamen moesten we hard lopen, want die kinderen gooiden steeds met stenen en riepen altijd "Rotmoffen". Wat dat betekent weet ik tot vandaag nog niet. Totdat Viktor tegen zijn hoofd geraakt werd. Iemand heeft dat aan dominee Keuning verteld en die heeft de Pastoor gewaarschuwd; daarna was het afgelopen. In de school was een jongen, die kinderverlamming had gehad en die op een driewielig fietsje moest rijden. Dat fietsje werd hem vaak afgepakt of tegengehouden als hij weg wilde rijden. Hij heette Jaap de Rijke. Dat vonden we zo erg dat we hem vaak hielpen. Kort voor we vertrekken moesten zei Jaap ons dat wij na schooltijd mee moesten komen naar zijn ouders. Ik dacht eerst: wat hebben we fout gedaan? Maar toen we daar kwamen kregen we gelijk chocolade te drinken en koekjes. Zijn ouders bedankten ons dat wij het steeds voor Jaap hadden opgenomen. Hedi en ik kregen allebei een zilveren ring met een rode steen erin en daarbij passend medaillon. Daar was ik zo blij mee dat ik niet heb gezien wat Viktor kreeg en dat weet ik nu ook niet meer. Met Hans Keuning zijn wij kinderen mee naar de kermis geweest, ik geloof in Alkmaar. Dat was voor ons iets heel bijzonders, het was de eerste en enige keer dat ik als kind op een kermis was. Het Nederlandse volkslied kan ik nog helemaal zingen en ook veel andere liedjes. Ik heb nog een poosje met leerlingen en onderwijzers in De Rijp gecorrespondeerd, maar dat werd tenslotte te duur voor ons in Paraguay. Aan mevrouw Zee schreef ik eenmaal per jaar en dat heb ik tot haar dood volgehouden. Meneer Zee is in maart 1970 gestorven en mevrouw Zee in februari 1980. Zij hebben ons vaak uitgenodigd toen wij weer in Duitsland woonden en zo ben ik met mijn oudste dochter drie dagen in Purmerend bij hen geweest en ook 3 dagen bij de familie De Ruiter, die in Gouda woonden. Ze namen ons mee door heel Holland. Zo kwamen we ook in Graft, Kinderdijk, Madurodam en Amsterdam, waar we een tocht door de grachten maakten. Dat was fantastisch! Uit het Duits vertaald door Hans Keuning 51

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Een Nieuwe Chronyke van het Schermereiland - Graft-de Rijp en Schermer | 2006 | | pagina 51