pionieren; vakopleiding op automobielgebied was er nauwelijks. Wat je er
van leerde, leerde je in de praktijk en later uit de vakbladen. "Je moest niet
bang wezen om eens wat uit elkaar te halen", zegt hij er nu van.
'Op tijd en netjes' werd zijn devies
Dirk Hooyberg was als jongen van 14, 15 jaar vader's knechtje in de
tuinderij, in de Beemster. Er was ook een oudere knecht, Nardus Lanting, die
als maaier en hooier uit Drenthe in Noord-Holland was 'blijven hangen'. "Hij
was afkomstig uit Noord-Bargen", zo vertelt de heer Hooyberg. "Zijn broer
had er een soort fietsenzaak en ook hijzelf zat wel eens aan een fiets te
prutsen. Dan zat ik er bij te kijken; ik hielp hem zogenaamd. Nadat hij was
getrouwd begon hij een rijwielzaak in Z.O.-Beemster, op de plaats waar toen
een oude boerderij 'De Pronkerij' stond. Daar bouwde hij een nieuw huisje,
met een winkel. Werkplaats er achter. Dat ging aardig goed. Hij deed ook in
motorfietsen. Ik werkte toen nog altijd in de tuinderij", zo vertelt de heer
Hooyberg verder. "Ik was voor mijn jonge jaren nogal groot. Daar verkeken
ze zich wel eens op: ik kon dat zware werk wel doen. En ik deed het ook,
want je bent dan wat mans; je wilt je niet laten kennen, maar ik heb er
eigenlijk mijn rug mee verknoeid. Ik kreeg last van mijn rug en dat heb ik
altijd gehouden.
Fietsenmaker
"Met veel spul en moeite kreeg ik het voor elkaar dat ik 3 dagen in de
week bij Nardus Lanting mocht gaan werken en de andere 3 dagen bij vader
in de tuin. Ik wilde daar wel helemaal uit. Ik schreef op een advertentie van
een rijwielzaak in Lage Zwaluwe, waarin een rijwielhersteller werd gevraagd.
Ik kreeg bericht dat ik werd aangenomen maar 14 dagen later kwam er weer
een brief met bericht dat de oude knecht toch was gebleven en dat ze me niet
meer nodig hadden. Toen ben ik naar Schiedam gegaan als rijwielhersteller
in een grote zaak, van Piet Poppezijn. Daar heb ik 6 weken gewerkt, tot ik op
maandagmorgen onenigheid kreeg met de baas. Ik kon aan het eind van de
week mijn biezen wel pakken. "Als je me vandaag nog uitbetaalt, ga ik
vanavond wel", zei ik en dat gebeurde.
Japie Hollander
Daar stond ik. Terug naar de Beemster? Dan wist ik het wel. Ik keek eens
in mijn portemonnaie. Ik had nog voor een week kostgeld en nog net genoeg
om de trein naar huis te betalen. Ik dacht: ik zoek hier werk. De volgende
dag met de tram naar Rotterdam. Het eerste beste zaakje waar ik
binnenstapte was Japie Hollander, op de Nieuwe Binnenweg. Ik vroeg: "Hebt
146