Gedoogd, maar niet met rust gelaten In de tijd van de Opstand stonden de dopers, weliswaar in de zijlijn, aan de kant van Oranje, vooral financieel. Pieter Willemsz Boogaert, leraar in Monnickendam, bracht bijvoorbeeld een grote som geld bij elkaar. De gereformeerde kerk werd de publieke kerk en ten aanzien van niet- gereformeerden ontstond een gedoogbeleid. Dopers en katholieken moesten kerken in schuilkerken. De Luthersen speelden pas een rol vanaf het begin van de zeventiende eeuw. Idem de joodse gemeenten. Waakzaam op het doen en laten van de doopsgezinden bleven de gereformeerde, ook na de periode van de Opstand. In onze omgeving was ds Widmarius uit Uitgeest zo'n calvinistische scherpslijper. In 1627 viel hij een vergadering in De Rijp binnen. Enkele van zijn felste tegenstanders waren de doopsgezinde Cornelis Dircksz uit Jisp en de oudste Pieter Andriesz uit Amsterdam. Het ging om volwassendoop, de relatie met de overheid en eedzweren. Wat Widmarius ook inbracht, niets hielp omdat Pieter Andries gelijk een katte altijd weder op deselve poten quam vallen. Economische en culturele assimilatie De assimilatie verliep in de zeventiende eeuw vooral via economische participatie. In het algemeen werden er geen overheidsambten bekleed en er was geen mogelijkheid tot theologiestudie. Vanaf het eind van de zeventiende eeuw kwam er als alternatief de mogelijkheid tot medicijnenstudie. De doopsgezinde focus was vooral gericht op de handel en de industrie. Ze hoorden tot de de mede-oprichters van de VOC in 1603 en ze namen actief deel aan de Baltische handel (Rusland en Koningsbergen) en de handel op Dantzig in graan en hout. Veel economische machtsposities werden in de Gouden Eeuw door doopsgezinden ingenomen, in de Zaanstreek (houtzagerij, scheepsbouw en graanmalerij (beschuit)), in De Rijp (haringvisserij), in Twente (wolspinnerij en textiel), in Harlingen (tichelwerk, touwslagerijen), in Molkwerum (visserij) en in Amsterdam (zijdeweverij, linnen- en lakenhandel en financieringswezen) Assimilatie vond ook plaats via de technologie en uitvindingen op praktisch terrein: Cornelis Drebbel uit Alkmaar, Adam Wiebe, Leeghwater, Pieter Pietersz (moleninventies), de zeevaartscholen, de cartografie (Colom en Blauw), de rekenkunde (Cardinael) en de wiskunde. Assimilatie ook via culturele bijdragen: dichters, schilders, boekhandels (in Hoorn, in De Rijp (Claes Jacobsz) en in Alkmaar (Jacob de Meester, uit De Rijp afkomstig). 142

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Een Nieuwe Chronyke van het Schermereiland - Graft-de Rijp en Schermer | 2005 | | pagina 26