lek schip. De vangsten zijn volgens de commandeurs die ze ontmoeten, niet
geweldig. Later vangen ze drie walvissen in de wateren van Spitsbergen.
Onder Smeerenburg liggen vijf schepen en achter Jan Donker in de
Magdalena baai liggen eveneens enkele schepen. Op 14 juli zeilt de
Weltevreede naar de Kruisbaai, waar ze ankeren. Ze zien een Russische
pelshut maar geen bewoners. Ze verzamelen ook hier weer veel eieren, slaan
een zeehond en verzamelen wat lepelblad. Op de 15de zeilen ze weer de baai
uit op zoek naar walvissen. Ze kruisen voor de Kruisbaai. Op de 18de doden
ze drie zeehonden en op de 19de komen ze een collega tegen. Ze zien veel
walvissen maar het zijn kleintjes. Op 21 juli aanvaarden ze de thuisreis. Ze
maken het gereedschap schoon. Onderweg zien ze een stuk van een
Russische lodgja [een Russisch zeilscheepje] drijven. Op 31 juli zien ze nog
twee Kaselots [cachelots potvissen].
Op 3 augustus vermeldt Fedde Jansz plotseling de geografische positie
van het schip [noorderbreedte en oosterlengte] in graden en minuten (65° 30
NB en 16° 26' OL). Op 4 augustus weer (63° 46' NB en 16° 24' OL). Hij doet
dat vervolgens nog een aantal keren. Hitland [Shetland eilanden] en Ferc
[Faeröer] en enkele schepen die ze tegen komen worden nog genoemc
voordat het schip op 21 augustus weer thuis komt.
Totaal levert deze reis viereneenhalve walvis plus vier zeehonden op
waarmee de uitredingskosten gedekt zijn.
1777. Journaal of Dagregister Gehouden op het schip Weltevreede daar
op Commandeur C. De Leeuw. Varende onder dierectie van den Heer
Simon Beets met 7 sloepe 43 ziele gedestineerdt na Groenlandt
[Spitsbergen].
Op 20 april vertrekt het schip met twee andere schepen uit het vaderland
Fedde Jansz: Wij hoope dat de Heere ons met een gesegende reis gesont ei
behouden in ons lieve vaderlant zal brengen bij vrinden en maagen. Ze komei
onderweg naar het noorden vishoekers tegen die hen van kabeljauw, heilbo
en koolvis voorzien. Ze besluiten zelf ook te vissen waarbij ze twe<
koolvissen, vijf heilbotten en zes kabeljauwen vangen.
Ook in dit journaal geeft Fedde Jansz Visser koers, windrichting, lucht ei
weer aan maar ditmaal ontbreekt een positiebepaling helemaal. Hij voorzie
het journaal voor het eerst van verzen:
Hout vrede met de mense en oorlog met de vis
Soo lang het scheepje vol of de tijt verloopen is.
Wij sulle groote Godt uw loven
Geeft ons dog uw segen van boven.
108