droegen. Dit was een teken dat zij volwassen waren en klaar om een partner
te zoeken.
Een kralenketting kon ook bestaan uit een aantal ijsberentanden aan een
leren riempje geregen. Zo'n ketting was vrijwel zeker een amulet. Benen en
ivoren kralen kwamen het meeste voor. Benen kralen werden gezaagd en
gevijld uit beenderen en ivoren kralen uit potvistand of gemaakt van tanden
van knaagdieren en zeehonden. Met qen mondboor boorden de mannen een
gat in de kraal zodat deze geregen kon worden. Er werden allerlei sieraden
van kralen gemaakt: oorbellen, haarsieraden, halskettingen, armbanden en
het borstsieraad van de mannen. Vaak werden amuletten aan deze sieraden
bevestigd.
In de tijd van de eerste contacten met de blanken gebruikten Inuit-
vrouwen vaak onverwachte zaken als kralen, zoals knopen en geldstukken.
Het is bekend van West-Groenland dat veel vrouwen geregen bonen als
laarband droegen. Toen later bleek dat bonen voedsel en dus eetbaar waren,
vonden de vrouwen dat bijzonder praktisch. Ze konden hun sieraad koken en
opeten in tijden van voedselschaarste. Glaskralen werden al in het midden
van de zestiende eeuw verkregen door handel met walvisvaarders. Deze
Halssnoer met hangers in de vorm van ivoren kralen, een ijsberenkop,
gezichten (maskers) en vier ijsbeemagels (cat.nr. 48).
79