Competitie tussen jagers speelde ook een rol. Een jager kon goed voor de
dag komen met een jachtuitrusting die prachtig was versierd met benen
figuurtjes in de vorm van zeedieren. Hij etaleerde daarmee zijn bekwaamheid
en status. Tussen die benen figuurtjes, die dienden als decoratie, zaten vaak
ook enkele afbeeldingen van monsterlijke wezens. En soms was een zeehond
of narwal achterstevoren aangebracht. "Dat betekende dat het dier gezonken
was" vertelde Emil Rosing, zelf een Groenlander en voormalig directeur van
het Groenlandse Nationale Museum.
Perfectie was een centraal begrip in de Inuit-cultuur en is ook nu nog van
groot belang. Wanneer men Groenlanders vraagt waarom zij iets mooi
vinden, dan is steevast het antwoord: "Het is mooi omdat het goed gemaakt
is." Daarbij bedoelen zij bij naaiwerk kleine en regelmatige steken; bij
snijwerk gaat het om nauwkeurigheid. Ook de afwerking moet technisch
goed zijn uitgevoerd. Ook kunstenaars noemen zelden esthetische criteria.
Toch zijn er wel esthetische regels te ontdekken. Zo blijkt de
kleurencombinatie rood, wit en zwart de voorkeur te hebben in de materiële
cultuur van de Groenlanders. Symmetrische vormen komen terug in
gebruiksvoorwerpen en de inrichting van huizen maar bij sculpturen van
nonsterlijke wezens wordt hier juist vaak van afgeweken. Van sommige
ibjecten (zoals tupilat) is duidelijk dat zij zich ontwikkelden tot een vaste
/orm, waaraan de snijders zich steeds weer houden. Dit staat originaliteit,
reativiteit en vindingrijkheid enigszins in de weg. Een waarde binnen de
Groenlandse samenleving die aan deze vaste patronen ten grondslag ligt, is
continuïteit. De Inuit hechten naast perfectie grote waarde aan continuïteit.
Dat weerhoudt hen er echter niet van zich buitengewoon open op te stellen
/oor (technische) veranderingen die zij vindingrijk inpassen in de bestaande
ultuur. Dit is duidelijk te zien aan de kunstnijverheid tussen 1920 en 1940.
n zo'n twintig jaar ontwikkelde zich een geheel nieuwe categorie objecten
oinnen hun samenleving; namelijk kunst en kunstnijverheid. Objecten die
het meer alleen bedoeld waren om te gebruiken. Vanaf die tijd werden er
oorwerpen gemaakt zonder gebruiksfunctie. Ze werden gemaakt om de
amenleving te verlaten en verkocht aan toeristen, onderzoekers en Deense
oestuurs)ambtenaren.
Kunstnijverheid en gebruikskunst
Vooral oudere sculpturen zijn vervaardigd van ivoor, meestal narwaltand
of potvistand. Bij het latere werk is relatief meer gebruik gemaakt van
speksteen. Potvistand werd na 1950 steeds schaarser door de overbejaging
van walvissen door Noorse, Canadese en Japanse walvisjagers. Groenland
ging er toen toe over om potvistanden uit Japan te importeren als
71