Kalaallit Nunat, het land van de Groenlanders Sinds de dagen van de oude sjamanen hebben drastische veranderingen plaatsgevonden in Groenland. Het land werd gekoloniseerd door de Denen en de eigen religie vervangen door de Lutherse kerk. De Denen brachten ook een uitheemse politieke structuur, geldeconomie en commercie mee. En toch is er nog iets van de oude Groenlandse geest te vinden in de voorwerpen die de Groenlanders vandaag de dag maken. In 1721 arriveerde de Deense predikant Hans Egede in West-Groenland Hij stichtte er de eerste missie- en handelspost. Dit was het begin van de kolonisering. De Groenlanders werden bekeerd tot het Lutheranisme. De Deense Koninklijke Groenlandse Handelsmaatschappij kreeg een handels monopolie. In die dagen leefden de Groenlanders van de jacht op zeehonden ijsberen en walvissen en van visvangst. Ze verkochten zeehondenhuiden ei i vis en kwamen zo in bezit van ijzeren voorwerpen, geweren, textiel en Europese levensmiddelen. De Deense politiek was er op gericht om t verdienen, maar de Groenlanders werden ook beschermd tegen buitenlands invloeden. Vanaf 1950 vestigden de Groenlanders zich in toenemende mat in permanente dorpen en steden waar betaald werk, onderwijs, gezondheidszorg en winkels te vinden waren. In 1979 kreeg Groenland zelfbestuur. Het werd gedeeltelijk onafhankelij en vormde een parlementaire democratie. De regering, de politieke partijen en de ministeries zijn sindsdien gevestigd in de hoofdstad Nuuk, een stad va zo'n 15.000 inwoners. Op het gebied van economie, defensie en buitenlands politiek is men nog afhankelijk van Denemarken. De Groenlandse economi wordt gesteund door een Deense subsidie en door locale industrieën, di hun eigen Groenlandse bestuur hebben. Het land verliet in 1985 na ee i referendum de Europese Gemeenschap. De middelen van bestaan voor met De Inuit sjamaan Najagneq vertelde het volgende over het begrip Sila dat van Alaska tot Groenland gebruikt wordt: "Een macht die wij Sila noemen en die niet kan worden uitgelegd in woorden. Een sterke geest, de bewaarder van het universum, van het weer, van al het leven op aarde. Zo machtig dat communicatie tussen hem en mensen niet kan door gewone woorden, maar door storm en sneeuwval, regen en door de onrustige zee, door alle krachten gevreesd door de mensheid, of door zonneschijn, kalme zeeën of onschuldige kinderen, die nog niets begrijpen, terwijl zij spelen. In goede tijden heeft Sila niets te zeggen tegen de mensen, hij is verdwenen in zijn oneindige niets en hij blijft ver weg zo lang mensen het leven niet misbruiken, maar respect koesteren voor het dagelijkse beheer ervan. Niemand heeft Sila gezien. Zijn verblijfplaats is zo mysterieus dat hij tegelijkertijd bij ons is en oneindig ver weg." 66

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Een Nieuwe Chronyke van het Schermereiland - Graft-de Rijp en Schermer | 2005 | | pagina 18