ampen.
gon pas op de
e plaats. Acht
samenzijn bij
tampen. Hier
jatting van de
Ruud werd de
van de koffie
ing over het
;t museum te
ke Zuiderzee-
nd. De oudste j
imge Steentijd
;n sporen van
;aan uitmaken
st- en Noord-
hreef schaar-
ie verder drij-
rdeel van een
Urk behoorde.
liderzeegebied
:n een kleidek
ctiviteiten van
;ronden in ge
ntstonden een
iap dat omge-
water van het
i de Zuiderzee
:en zelfstandig
t deel van het
van 1375 had
ichten over de
ieden. In 1507
moest de bisschoppelijke rentmeester, per schip op weg naar Vollenhove,
gedwongen door een storm uitwijken naar Ens. Op de zolder van een woning
vond hij onderdak. De Allerheiligenvloed van 1570 had ook een desastreuze
uitwerking. Na de drooglegging van de Noordoostpolder zijn op de droogge
vallen bodem de sporen van vele dijken teruggevonden. De voortdurende
afslag van het eiland werd heel duidelijk aan de achter elkaar liggende dijk-
sporen, waarbij het oudste waarschijnlijk uit de elfde eeuw dateert.
Le afslag van Schokland tussen 800 en 1940
Op Schokland ontwikkelden zich op terpen drie buurten: Emmeloord,
Middelbuurt en Zuidert, waarbij de laatste twee samen het dorp Ens vorm
den. De bewoners leefden behalve van de landbouw en veeteelt, waarvoor de
c nstandigheden steeds moeilijker werden, in de zeventiende en achttiende
e :uw vooral van de visserij en in mindere mate de vrachtvaart.
In de zeventiende en achttiende eeuw had Schok-
1 nd nog steeds te maken met landafslag. Steeds op-
ii euw werden verhogingen opgeworpen en dijken
1< ndinwaarts verplaatst. Aan het einde van de acht-
ti inde eeuw was de omvang van het eiland, vergele-
k :n met die in 1600, gehalveerd. Het grootste verlies
v nd plaats aan de west- en noordkant van het eiland,
waar het water van de Zuiderzee het makkelijkste de
b< >dem kon aantasten. Die bodem bestond uit een bo-
v nlaag van klei met daaronder een dik, kwetsbaar,
vi enpakket op een ondergrond van zand. Ter bescher-
rr ng tegen het oprukkende water dienden lage aarden
diikjes en paalschermen. Deze houten zeeweringen
werden sinds het begin van de achttiende eeuw steeds
weer aangetast door de beruchte paalworm, een
weekdier waartegen geen kruid was gewassen.
De woonbuurten op Schokland omstreeks 1850
163