Standerdmolen
gangbare type voor de korenmolens
Voor een gunstige windvang moet de
hele molenskast van dit type naar df
wind worden gezet. Ik vernam voor he
eerst dat de vierkante wipmolen met
driehoekig, verhoogd onderbouw een
zuiver Hollandse uitvinding is (ca
1450). In Zuid-Holland was dit type lan
ge tijd de dominante soort onder de
windwater- of poldermolens. De functi.
van deze soort molens is het water met
schepraden uit poldertjes op te malen
naar een hoger gelegen waterloop. Va 1
de wipmolen is alleen het verkleind:
bovenhuis met de wiekenaandrijvin
draaibaar. In de vaststaande, driehoekig
en verhoogde onderbouw bevindt zie
het scheprad. Tevens leerde ik dat d:
bekende Hollandse achtkante poldei
molen in de loop van de vijftiende eeuw is ontwikkeld in navolging van óz
stenen, ronde torenmolen uit Oost-Nederland. De gemetselde toren
(nagenoeg) cylindrisch van vorm zoals muurtorens en al vóór 1400 beken
waren te zwaar voor de venige ondergrond. Hollandse molenbouwers bouw -
den deze stenen korenmolens daarom in hout met rietbedekking na en ve -
anderden ze in poldermolens. De voordelen van dit robuuste type zijn ond( r
meer, dat het vermogen van de molen groter en de molenromp ruimer is da i
van een wipmolen. Bovendien was dit specifiek Hollandse molentype - evena s
de torenmolen - een 'bovenkruier': alleen de korte molenkap met de wieke i
werd naar de wind 'gekruid'. Maar - en daar gaat het nu vooral om - ce
Hollanders bouwden deze molensoort niet rond maar ze gaven deze houte i
constructies een veelhoekige, later achtkante, vorm! Dat is in het kort het
verhaal dat ik uit de recente molenliteratuur heb gehaald.
Tot nu toe betreffen de besproken typen windmolens vijftiende- en zes-
tiende-eeuwse koren- en poldermolens. De Rijper molens op het schilde ij
De Grote brand van De Rijp in 1654 zijn echter industriemolens uit het
midden van de zeventiende eeuw. Heeft de ontwikkeling van de Holland.' e
industriemolens vanaf het einde van de zestiende eeuw geleid tot nog weer
andere typen molens? En is één daarvan de kegelvormige 'buitenkruier', z> >-
als die op het schilderij zijn afgebeeld? De architectonische bouw van etn
molen, zo is hierboven geschetst, was gericht op functionele doeleinden.
196
Museul iulletin