De ronde molens van De Rijp
Rijp. In het.
speelde de
ns museum
en geslaagd
een bezoek
ink in Koog
naai tijd aan
de plannen
jdelijke ten
nderd is ge
ongetwijfeld
met, betaal
eken en alb
voor de ke
er te bezoe-
Aldert Pilkcs
stelling op de
M. Ent uit De
brandwak' e
inds 1994 is het Museum In 't Houten Huis in het bezit van het
1 schilderij De Grote Brand in 1654 van De Rijp, in 1662 geschilderd
door Egbert van der Poel. Vanuit een vogelperspectief ziet de bezoeker hierop
de alles vernietigende vuurzee over De Rijp, de grotendeels uitgebrande her
vormde kerk en de wegvluchtende dorpelingen. Wat hem ook zal opvallen is
dat de hele donkere linkerhoek gevuld is met molens en bij nadere beschou
wing zal hij er her en der nog meer aantreffen. Een onbekende van dit gebied
zal zich misschien in de Zaanstreek wanen. Maar iedereen die een beetje op
de hoogte is van het verleden van De Rijp weet, dat toentertijd het ellenlange
nt van honderden industriemolens langs de Zaan zich toentertijd uitstrekte
tot op het Schermereiland. Met om en nabij twintig molens - oliemolens,
aagmolens en hennepkloppers - was De Rijp het tweede plattelandscentrum
"an de Hollandse industriemolens.[l] De molenrijkdom op het schilderij van
Van der Poel verbaast ons dan ook niet.
Toch viel tijdens de opening van het nieuwe museumgebouw in het vorig
voorjaar mijn oog op iets merkwaardigs. Het was de vorm van de afgebeelde
molens die mijn aandacht trok. Alle 'rompen' en 'kappen' van de molens
waren cirkelrond! Bovendien bleken zij hoge, kegelvormige stellingmolens te
zijn: verhoogde molens met een stuk boven de grond een stelling of gaande
rij rondom de molen voor het spannen van de wiekzeilen en het
:ruien' (draaien) van de kap. Zij zijn dus behalve 'bovenkruiers' tevens
'buitenkruiers': het kruirad staat buiten de molen in plaats van binnen in de
kap en is via een 'staart' - een driehoekige balkenconstructie - verbonden met
de draaibare kap. Dat is niet vreemd, want in Noord-Holland zijn de acht
kante poldermolens weliswaar 'binnenkruiers', maar de industriemolens
'buitenkruiers'. Of de Rijper molens van steen waren of van hout met een
rietbedekking, is op het schilderij niet goed te zien.
"Je ziet het pas als je het doorhebt", is een van de gevleugelde uitspraken
van Cruijff. Zo ook in dit geval. Ik had zojuist samen met Pieter Schotsman
een artikel afgerond over Alkmaar als bakermat van de Hollandse industrie
molens omstreeks 1600. [2] Ik had dus de nodige molenliteratuur en -
archivalia achter de rug en me enigszins verdiept in diverse molentypen uit
de begintijd van de molengeschiedenis. Wat ik op dit schilderij zag voegde
zich niet gemakkelijk in wat ik in het kader van ons onderzoek daaromtrent
was tegengekomen.
Zo las ik in de molenliteratuur het een en ander over de vierkante
standerdmolen met driehoekig onderstel, eeuwenlang in West-Europa het
Museu Metin
195