Vanaf 1918 was Wiedijk voor zijn geschriften helemaal aangewezen op het
weekblad van Mr. H. P. L. Wiessing, De Nieuwe Amsterdammer, de revolterend
rode variant op de bezadigd-liberale Groene Amsterdammer.37 In vijftien
achtereenvolgende stukken richtte hij zich tegen de SDAP (onder de tite
Antiministerialistische Kritiek, kort daarna herdrukt in de verzamelbunde
Socialistische Opstellen). Het centrale thema is de onvermijdelijke overgang
van 'reformisme' in 'ministerialisme': Het ministerialisme is de overgangs
vorm tot het individualisme met altruïstische allures en voor de belangrijkste
leiders van het proletariaat beteekent het de eerste stap om de 'sterke
mannen' der bourgeoisie zelve te worden.38
In De Nieuwe Amsterdammer ontpopte Wiedijk zich in een nieuwe kwali
teit: hij werd de schrijver van het buitenlands overzicht en toonde zich daar
bij een journalist met een grote kennis van de hedendaagse geschiedenis
Dat hij dit werk als van andere aard zag dan zijn vorige blijkt uit zijn nieuw
pseudoniem: W. Bruin.39
In de laatste fase van zijn leven van 1922 tot 1938 verloor Wiedijk aan
politieke betekenis en bestond zijn werk grotendeels uit literair-historisch
studies (o.a Busken Huet, Douwes Dekker en als laatste Bernard Nieuwen
tijt). De strijd in de socialistische beweging ging voornamelijk buiten hem ori
en hij leefde teruggetrokkener dan ooit. In 1925 was hij korte tijd mede
werker van De Nieuwe Weg, een orgaan van theoretisch-marxistische aarc
geredigeerd door Last, Sneevliet en Henriëtte Roland Holst. Zijn activite t
werd later steeds meer bepaald door zijn gezondheidstoestand. Gekwel 1
door bronchitis, maag- en blaasklachten, slapeloosheid en angst voor ee
hernieuwde longaandoening kon hij zijn literaire arbeid steeds moeilijker
verrichten, vooral na 1930. Wel kwam hij opnieuw in contact met oude be
kenden als Mendels en Pannekoek, verzoende hij zich met Wibaut en sloe t
hij een hechte vriendschap met de Romeins. Even (in 1931) nog vatte hij, mt t
tegenzin, zijn oude apothekersberoep op. Op verzoek van Van der Goes wer i
hij in 1932 lid van de Onafhankelijk Socialistische Partij (de OSP). Met ge
juich werd in de vergadering de toetreding van Nederlands knapste marxi: t
tot de partij ontvangen. Wiedijk moest toen wel melden dat zijn slechts
gezondheid hem belette actief aan het werk mee te doen.40
Na 1935 had hij, na een tevergeefse opname in het ziekenhuis, behoefle
aan verzorging. De familie Peper vervulde toen een belangrijke rol. In ce
nacht van 25 op 26 september 1938 kwam het einde. Nu moeten jullie wei -
gaan zei hij tot de mensen die om zijn bed stonden. Alleen gelaten overleed
hij.41
188
Bulletin