Op 15-jarige leeftijd zat Pieter Wiedijk in een voorbereidingsjaar voor de kweekschool. Hij schreef toen o.a. opstellen die gecorrigeerd werden. Eén van die opstellen, waar duidelijk zijn taalkundige aanleg, zijn sociale interes se en maatschappelijke betrokkenheid uit blijkt, is hieronder opgenomen. Hopelijk valt u net als de auteur van dit artikel voor de prachtige constructie en volzinnen. Een leege zak blijft moeilijk overeind staan 5 Dit is eene onweerspreekbare waarheid. Neemt gij hem niet als zoodanig aan, welnu, probeer het dan maar eens. Gij zult zien dat, in welke richting en in welke houding gij den bewusten zak neerzet, of gij hem rechtop of verkeerd om plaatst of gij hem van boven zoo smal en van onder zoo wijd mogelijk maakt: uw moeite blijft negen van de tien malen zonder goed gevolg. En zoo gij er dan eén van de tien malen in slaagt hem rechtop te houden, dan kunt gij u zonder overdrijving een meester in 't vak noemen. Wij zullen op grond daarvan het bovenstaande gezegde voor goede munt aannemen. Maar zou dat gezegde alleen op 't gebied der zakkenzetterij waar heid bevattenMij dunkt wanneer wij 't eens goed bekijken vindt het ook wel eenige toepassing in het dagelijksch leven, ja! Ik twijfel er niet aan of't is een spreekwoord. De zin ervan zou dan ongetwijfeld zijn: iemand met leege zak ken houdt moeilijk staande tegen de aanvallen van het kwade. Mij komt het voor dat dit een der regelen is waarop weinig uitzonderingen zijn. Wij zien het immers zoo vele malen dat een arme uit gebrek aan het noodige den slechten weg opgaat om zijn brood op een meer gemakkelijke wijze te vinden. Wij hooren en lezen en zien dagelijks van die arme gevallen die uit wanhoop of wel uit gemakzucht het geurige, bloemrijke pad der ondeugd voor het donkere en glibberige pad der deugd kozen. Een lege zak blijft moeilijk overeind staan, 't Is een waarheid die wij wel degelijk in ons geheugen en in ons hart mogen bewaren. Wij zullen dan de arme afgedoolden niet zoo streng beoordeelen en veroordeelen; wij zullen hun een gedeelte van hunnen schuld kwijt schelden; wij zullen hen helpen om op hun verder levenspad deugdzaam te blijven. Want hun is 't vergeven. Maar hun verkeerd gedrag moet voor een deel worden geweten aan de meer gegoede en bevoorrechte standen; die zijn het vooral die den beroerden man het eerlijk verdiende brood uit de mond nemen; die zijn het die,niet enkele maar vele malen der vrouw en maagd hun eer en deugd afkoopen, voor het goud dat hen slechts in den schoot schijnt te zijn geworpen als hun eerlijk verdiend loon in dienst van den duivel. Laat ons die waarheid ook tot iets anders dan tot hulp en bijstand van afgedoolden opwekken. Bedenken wij hoe licht het ons als hen kan gaan, 178

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Een Nieuwe Chronyke van het Schermereiland - Graft-de Rijp en Schermer | 2004 | | pagina 22