gen van het feit, dat Wiedijk alleen heeft kunnen samenwerken met gelijkge stemden naar gemoed en verstand, die zijn scherpe keur konden doorstaan en mét hem konden spotten- die, met andere woorden doordat zij zijn singuliere gaven deelden, dat ook die der moeder deden. Dat zij boven de maat van het gemiddelde uitgestoken moet hebben, getuigen ook de woorden, die Mehrings, haar tweede en werderom kortstondige echtgenoot, op latere leef tijd aan een familielid meedeelde: 'Betje was een zeer bijzondere vrouw'. Voor de geschiedenis van de familie Bruin terug naar de achttiende eeuw, terug naar de oudst bekende Willem Bruin (1759-1826) die als driejarige in 1762 werd opgenomen in het weeshuis van de doopsgezinde gemeente in De Rijp, voorbestemd om timmerman/ molenmaker te worden. Het liep anders: hij toonde zo'n taalkundige aanleg dat hij, gestimuleerd door de 'leeraar' van de doopsgezinde gemeente, Pieter Hartman, een theologische opleiding ging volgen. Veel theologisch-wijsgerige verhandelingen staan op zijn naam, terug te vinden in de 'Verhandelingen'van Teylers Godgeleerd Genootschap in Haarlem. Na zijn opleiding is Willem Bruin in enkele plaatsen beroepen ge- De boerderij (Volgerweg 1 in de Beemster) waar Pieter Wiedijk opgroeide bij zijn stiefouders 172

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Een Nieuwe Chronyke van het Schermereiland - Graft-de Rijp en Schermer | 2004 | | pagina 16