bekend kon maken dat de ontvolking goedgekeurd was. Binnen vier maan
den moesten de bewoners hun eigendommen afbreken en wegvoeren. De
meeste Schokkers (totaal 470 personen) trokken naar Kampen, waar ze niet
echt met open armen werden ontvangen. Buiten de stadspoorten mochten zij
zich vestigen, in het vissersdorpje Brunnepe. Hun huisjes vormden later de
Schokkerbuurt. 129 personen kwamen in Vollenhove terecht. Het gemeente
bestuur daar verleende wel alle medewerking. Een aantal bewoners week uit
naar de westkust, met name naar Volendam.
De ontvolking was aan het begin van de zomer van 1859 grotendeels vol
tooid. Op 4 juli ondertekende koning Willem III het besluit waarin de ophef
fing van de gemeente Schokland per 10 juli 1859 werd verordonneerd
Slechts een handvol gebouwen bleef op het eiland over: de pastorie en de
kerk op de Middelbuurt, een paar woningen en een paar schuurtjes in het
noorden en de lichtwachterswoning op de Zuidpunt. Alles zou worden ge
bruikt door de waterstaatsfunctionarissen die tussen 1859 en 1941 het eilanc
beheerden. Behalve dijkwerkers vonden ook schippers, vissers en rietsnijders
in die tijd een tijdelijk verblijf op of in de buurt van Schokland. De rietsnij
ders woonden in een houten gebouw op de Middelbuurt en de schippers er
vissers verbleven op hun schepen in de haven van Emmeloord of op de rede
De Urker ijsvlel