Een deel van de Eilands- en Mijzenpolder bodemverlaging door inklinking en oxidatie maakte verdere ontwatering noodzakelijk, waardoor verdere bodemverlaging ontstond enz. Deze bodem daling was de hoofdoorzaak voor de wateroverlast in de periode 1100-1300 Meer dan door zeespiegelstijging werd de overlast dus door menselijk ingrij pen veroorzaakt. Uiteindelijk ontstond een dreigende situatie omdat de grote meren Beemster, Schermer, Waard, Purmer, Wormer enz. die ontstaan wa ren, van Holland één grote binnenzee dreigden te maken. De mens stuurde niet de economische ontwikkeling, maar deze werd be paald door de landschappelijke veranderingen. Globaal gesproken was er tot 1350 na Chr. sprake van een 'zelfvoorzienende economie': oorspronkelijk door akkerbouw, waarbij op de veengrond zware bemesting nodig was Daarvoor - niet voor de melk en het vlees- werden koeien gehouden, die voornamelijk op stal gehouden werden en op het minder ontwaterde hooi land, de Buitenmaden. Terwijl de akkers op de Binnenmaden lagen. Turfwin ning, schapenteelt, rietteelt, jacht en visserij maakten de bewoners van het Schermereiland selfsupporting. Door de landschappelijke verandering, het werd steeds natter en natter, werd het verbouwen van graan steeds moeilij 106

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Een Nieuwe Chronyke van het Schermereiland - Graft-de Rijp en Schermer | 2004 | | pagina 6