hutten, beter bekend als de Cash en Carry, verdeelde die in kleine porties en
distribueerde die dan aan mijn vaste klanten bij de visclub.
In die periode, we spreken nu over de jaren vijftig, was er in De Rijp en
Graft een duidelijke scheiding tussen protestant en katholiek. Ik kom uit een
katholiek nest en je werd niet geacht met protestante meisjes uit te gaan, je
had een katholieke en algemene voetbalclub en ik durf te stellen dat deze
scheiding destijds bij de meeste verenigingen duidelijk aanwezig was. Maar
niet bij de visclub. Hoe meer ik er aan terug denk, hoe meer ik naar die oude
ledenlijsten kijk en ook naar de zeer praktische regels waarmee men bepaal
de kerkproblemen op zondag had opgelost, hoe meer ik tot de conclusie kom
dat De Hengelaar de meest oecumenische club van het dorp was waar geloof,
rang of stand geen enkele rol speelde. Of je nu middenstander, hoofd van de
school, barbier, beurtschipper, tuinder of fabrieksarbeider was, je viste zon
der problemen samen de baarswedstrijden en na afloop was het meestal zeer
gezellig, en dat nog wel op zondag, de Dag des Heren. Het was natuurlijk
/erstandig dat die baarswedstrijden heel vroeg op zondagmorgen gehouden
werden, ik geloof dat men om 04.45 uur, anders gezegd kwart voor vijf, op
een bepaald punt verzamelde en dan begon de wedstrijd, meestal aan de Bel-
esloot, Zuiddijk of Beemsterringvaart, rond een uur of vijf. Even voor 7 uur
was dit gebeuren waar destijds wel een 40 tot 50 vissers aan meededen afge
lopen en kon iedereen naar kerkdienst van zijn keuze gaan. Zo rond een uur
of 12 kwam men dan weer in een etablissement met volledige vergunning bij
elkaar voor de prijsuitreiking, een neutje, spelletje biljart en dat wilde nog
wel eens uitlopen als men mooi aanzat. Er was geen vast clubhuis en men
wisselde tussen Grasboer later Arie Cor, Cor Blokdijk later Henk Oudejans,
Klaas Veenman en ome Cor Zomerdijk later Singels. Zo hield men iedereen te
vriend en dat was ook zo met de prijzen die men kon winnen, daarover later
meer.
Je mocht pas meedoen aan die baarswedstrijden als je 15 jaar was en
voor de jeugdvissers waren er witviswedstrijden in de Tuingracht. Je viste dan
met een stukje brood als aas en diverse keren ving de winnaar in nog geen
twee uurtjes tijd meer dan 100 witvissen. Ik heb diverse wedstrijden gewon
nen en het was vaak een wedstrijd tussen de jongens van Taam, van Vilten en
ondergetekende. Eigenlijk vond ik dat witvissen maar niks, nee, dat wed-
strijdvissen op baars, dat was het einde. Toen ik een jaar of 13 was ging ik
niet alleen op die vroege zondagmorgens mee om te kijken, ik was ook vaak
controleur en verleende hand- en spandiensten bij het uit de war halen van
tuigjes, piepkleine haken aanzetten en het onthaken van baarzen die diep
geslikt hadden.
Natuurlijk kon ik zo mooi de kunst van het baarzen afkijken, vooral bij de
113