Klaaglied van kreupelen, lammen, blinden enz. Over de Schermerhornse Wonderdokter Wijs: Van Lucifer Lucifer komt weer op de been; Hij kan het niet langer dragen, Dat jammerlijk kermen en geween, Om zo maar de mensen te plagen, Wie drommel wie staat daar in 't verschiet, Ontsteld en geheel verslagen; Ben jij dan die Wonder-Dokter niet; Allon, dan maar op de wagen, (bis) O ja riep een Joodje op zijn kruk, Ik liet me ook mee misleiden, Naar Schermerhorn, wat ongeluk, Ik moest er toch henen rijden, En kwam helaas! Bij die goede heer, Dacht om geen verdere plagen, Hij sprak, werp vrij je krukken maar neer; Maar neen, hij moet op de wagen, (bis) Ik dacht reeds, ik was gezond en vlug; O Wai! Maar na veertien dagen; Kreeg ik het door benen, door lenden en rug, Ik moest om me krikken weer vragen, Nu ben ik daar bij nog mijn reisgeld kwijt, Wie drommel kan dit nu verdragen, Kom Lucifer kom en toon u vlijt, De dokter moet op de wagen, (bis) Ja riep er een, stijf van podegra, Hij wilde mij ook genezen, Bestreek mij gedurig voor en na; In 't eerst scheen ik klaar te wezen, Maar "t duurde niet lang of ik kreeg het weerom, Zoo als ik een ieder moet klagen, Ik loop nu wel eens zo stijf en zo krom; Kom smijt hem maar op de wagen, (bis) Toen sprak weer een ander net van pas, Hij wilde mij ook bestrijken, Om dat ik zoo waterzuchtig was, Dit moest wel schielijk bezwijken, Geen kwaal was doch voor zijn kunst te groot, Maar ik wil niet meer na hem vragen, Mijn buik blijft zo dik als een moddersloot; De dokter moet op de wagen, (bis) Een snijder die riep mijn ene darm, Was van zijn distantie verschoven; Dit maakte van binnen een groot alarm, Wie zou zulk een niet geloven, Die wonderen met de magneet kan doen; Schoon men 't zo zuur moet beklagen. Kom geef hem en zetje; met goed fatsoen; Bij Lucifer op de wagen, (bis) Een blinde man riep, wat was ik bij, Hij zou het gezicht mij geven; Dan kan ik weer vrolijk, even als hij, Zo dacht ik, gelukkig leven, Maar nee de grutter die ken het niet, Hij mag er dan roem op dragen, Hij helpt je nog meer in 't verdriet; Dus moet hij maar op de wagen, (bis) Weg, weg met de grutter riep elk een, Hij kan geen dokter toch wezen, En Lucifer pakt hem bij een been, Wilt gij nog mensen genezen; Indien gij nu bij uw erwten blijft, Dan zal geen mens u meer plagen, Maar anders gaat gij voor je tijdverdrijf, Eenvoudig maar op de wagen, (bis) 93

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Een Nieuwe Chronyke van het Schermereiland - Graft-de Rijp en Schermer | 2004 | | pagina 35