Aanleiding tot duel In de zomer van 1823 maakten schrijver Jacob van Lennep en zijn vriend Dirk van Hogendorp een voettocht door Nederland. Op 30 juli komen ze aan in Zutphen. Daar horen zij waartoe een optreden van Van der Lee aanleiding heeft gegeven. "Onze vriend A. Capadose had ons ver zocht te Zutphen ene dokter Rozenstein te bezoeken, een bekeerde Poolse Jood die zich na veel tegenspoed in deze plaats als geneesheer had gevestigd en die hij als een zeer vroom en ijverig Christen aanmerkte. Bij onze aankomst in die stad hoorden wij dat enkele officieren - vooral Krol - zich sterk over hem uitlieten en bespottend over hem spraken. Wij verna men dat Rozenstein in Zutphen als een gelukzoeker werd aangemerkt, die zich onder de dekmantel van godvrezendheid bij verscheidene huisgezinnen bemind had gemaakt. Door de Gelderse adel, in het bijzonder bij Freule Amélie van Pal- landt, was hij zeer gezien. Hierbij verhaal de men ons het volgende voorval, dat - als het zo is gebeurd - weinig tot eer van de bekeerling strekt. De beruchte Van der Lee was op verzoek van enige ingezetenen naar Zutphen ge komen. Hij had zich bij dokter Stork ver voegd en zijn intrek in diens huis geno men om zijn genezingen te doen. Nu voer Rozenstein geweldig tegen Van der Lee uit en noemde hem autodidact, een \wakzalver en een bedrieger. Hij ontzag zich niet dokter Stork in diens eigen zijn huis te verwijten, dat hij zulk een kerel bij zich kon dulden. De dokter had hem, hierdoor beledigd, reeds meermalen ver zocht zulke uitdrukkingen en tonelen te besparen. Eens, toen Van der Lee weer bezig was met zijn magnetische operaties en de woning van dokter Stork vol men sen was, trad Rozenstein binnen. Hij overlaadde Stork en Van der Lee met scheldwoorden, zeggende dat zij hem van een van zijn patiënten beroofd hadden. De dokter verzocht hem hierop herhaalde malen het huis te verlaten. Toen hij aan dat verzoek niet voldeed, liet hij hem eruit smijten. Nu daagde Rozenstein de oude Stork, een huisvader met zes of zeven kinderen, uit tot een duel. De gezondheidsofficier Krol, die hierbij tegenwoordig was, nam het voor Stork op. Hierin stemde Rozenstein toe, belovend de volgende morgen om vijf uur aan bepaalde herberg buiten de poort met pistolen en een secondant aanwezig te zullen zijn. Krol bevond zich met zijn secondant op de bestemde plaats en tijd, maar moest tot zeven uur op de tegenpartij wachten. Die kwam uiteindelijk alleen, zeggende geen secondant en wapens gevonden te hebben. Hij verzocht Krol de volgende dag terug te komen. Krol raakte hierover vertoornd, sloeg de arme bekeerling duchtig met de karwats en liet hem gaan. Sindsdien durfde Rozenstein zich nergens meer te vertonen. uit: LENNEP, Jacob VAN.- Nederland in den goeden ouden tijd, zijnde het dagboek van hun ne reis te voet, per trekschuit en per diligence van Jacob van Lennep en zijn vriend Dirk van Hogendorp door de Noord-Nederlandsche pro vinciën in den jare 1823. 91

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Een Nieuwe Chronyke van het Schermereiland - Graft-de Rijp en Schermer | 2004 | | pagina 33