Als de Geneeskundige Commissie erbij
blijft dat de verrichtingen van beide per
sonen onder deze wet vallen, dan zal zij
met processen verbaal en andere bewij
zen moeten komen die duidelijk maken
dat de wet overtreden is, zodat Van der
Lee en Meijer vervolgd kunnen worden en
de rechter een uitspraak kan doen.
De minister wil er zijn handen niet aan
branden. De Commissie mag een klacht
indienen, de rechter een uitspraak doen
en dan zal hij stappen ondernemen.
Gedogen
Uit alle correspondentie tussen burge
meesters, schouten, commissies en pro
vinciale bestuurders blijkt dat zij niet
goed raad weten met Van der Lee en zijn
collega's. Werkt het magnetisme nu wel of
niet? Als het wel werkt, waarom zijn er
dan nog poeders en zalven nodig? Als het
niet werkt, lopen patiënten dan geen ern
stig gevaar? Een opleiding en diploma's
heeft Van der Lee niet, hij is niet toegela
ten als geneesheer. Overtreedt hij dan wel
of niet de wet? De Commissies van Ge
neeskundig Toevoorzicht zijn fel tegen
magnetiseurs, de autoriteiten nemen een
weifelende houding aan. Als Van der Lee
niet pertinent de wet overtreedt, kan hij
zijn gang gaan. De zieken en gebrekkigen
stellen veel vertrouwen in hem. Als hij
poogt hen - liefst samen met de reguliere
geneesheren - te genezen, dan is het zon
der meer goed.
De ambities van Van der Lee
Van der Lee wil meer zijn dan een rond
reizende wonderdokter. Hij schrijft in
augustus 1823 een brief aan koning Wil
lem I (1772-1843). Dit is nog maar een
paar maanden nadat hij in Utrecht is ver
oordeeld tot drie maanden gevangenis
straf.
Wessel van der Lee verblijft op dat mo
ment in het logement "den Hertog van
Braband" op de Kolenmarkt te Brussel.
Hij geeft "met de meeste eerbied te ken
nen dat hij sedert acht jaar het dierlijk
magnetisme met gelukkig gevolg heeft
uitgeoefend. Hij heeft onderscheidene
lijders - en daaronder verdienstelijke
ambtenaren van uwe Majesteit, die door
kundige geneesheren voor onherstelbaar
werden gehouden - verlichting toege
bracht of geheel genezen. Als bewijs daar
van neemt hij de vrijheid om een verkla
ring van enkele professoren in de genees
kunde te Groningen bij te voegen, evenals
en enige certificaten die door de zieken
die door hem zijn behandeld zijn afgege
ven."
Van der Lee wil graag bekennen dat hij
zijn kennis van het magnetisme alleen
aan de praktijk te danken heeft, en dat hij
"dus daarover zeer zeker niet zo grondig
en geleerd kan redeneren als de uitmun
tende Geneesheren en Professoren te
Groningen en in Duitsland. Deze en ande
re in het vak bedreven en grondig geleer
de mannen hebben hem echter verzekerd,
dat men in geen persoon zoveel magneti
sche kracht heeft aangetroffen als in hem,
dat door de gehele Geneeskunde in ons
rijk nooit, over het algemeen zoveel
89