krukken en de kosten van de reis en de
geneesmiddelen waren een zware last
voor haar.
Naar aanleiding van dit verslag vergadert
op 5 september 1822 de Provinciale Com
missie van Geneeskundig Onderzoek en
Toevoorzicht te Utrecht. Opgeroepen is
apotheker Carl Friederich Kraepelien uit
Zeist, die uitleg moet geven over de ge
neesmiddelen die Van der Lee heeft voor
geschreven. De opgegeven medicijnen
waren maagpillen, jichtbalsem, borstkrui-
den en mondspoeling. Deze hadden de
volgende samenstelling:
1maagpillen: poeder van kalmoes
wortel, poeder van gentiaanwortel,
poeder van gember (van ieder 'A
lood), poeder van camillen, tinctuur
van opium (ieder 'A lood), extract van
oranjeschillen (1 lood). Hiervan
worden driegrijns pillen, waarvan de
drie eerste dagen elk uur een pil en
daarna elk anderhalf uur twee pillen
moeten worden gebruikt.
2. jichtbalsem: 4 ons laurierbalsem en
2 ons spijsolie, waarvan zo goed
mogelijk een dikke balsem moet
worden gemaakt.
3. borstkruiden: 1,5 ons zoethoutwortel,
1 ons hyssop, 1 ons bitterzoet, een
half ons klaprozen. Meng ze en doe ze
in een zakje.
4. mondspoeling: 2 ons geest van
lepelblad, 1/4 ons ruwe aluin, 12 ons
gewoon water; mengen tot een
mondspoeling.
De magnetiseur gebruikt het 'dierlijk
magnetisme' om geestelijke en
lichamelijke kwalen te genezen.
Vervolgens verklaart Kraepelein dat hij
van de maagpillen ongeveer 8 doosjes
heeft afgegeven aan enkele lijders, en dat
elk doosje werd betaald met 18 stuivers.
Hij heeft 12 potjes jichtbalsem verkocht,
waarvoor 12 stuivers het potje werd gere
kend, terwijl uiteindelijk de borstkruiden
en de mondspoeling van geen belang zijn
geweest. De Comissie raadt Kraepelien
vriendelijk aan om voortaan beter op te
Ietten voor wie hij geneesmiddelen
maakt. Van der Lee is niet bevoegd om
medicijnen te verstrekken!