belang voor de mensheid, dat wij er ach
ter komen hoe dit gebeurt en dat deze
behandeling niet verborgen blijft in magi
sche formules of mysterieuze houdingen.
Ik heb echter een tweede reden waarom
ik er zo naar verlang om deze tot dusver
onbekende manipulatie openbaar te ma
ken. Door publicatie wil ik namelijk de
gelijkenis met een wonder opheffen, het
geen vaak wordt geloofd van zulke gene
zingen. Dat illusie een rol speelt bij de
genezingen die worden genoemd en be
vestigd, lijkt mij het meest waarschijnlijk
en wel om de volgende redenen: volgens
Driessen zou Van der Lee pijn verlichten
met behulp van magnetisme. Deze aanna
me is echter iets heel anders dan wat hij
pretendeerde toen hij zijn genezingen
begon in zijn woonplaats Schermerhorn."
Resultaat van het onderzoek
Een paar weken later schrijft Bakker het
volgende terug aan Van Marum: "Ik zal u
vertellen wat ik zeker of bijna zeker weet
over Van der Lee. Ik geloof dat ik hem nu
wel kan beoordelen, wat, tussen haakjes,
niet moeilijk is. Hij is afkomstig uit de
lagere klasse en geboren in Enkhuizen.
Daardoor ken ik zijn ouders tamelijk
goed. Zij waren arm tengevolge van een
karig bestaan en een groot gezin, en zij
voedden hun kinderen zo goed mogelijk
op onder deze omstandigheden. Deze
zoon werd knecht bij een graanhandel en
daarna Frans huzaar. Zijn positie en
scholing gaven hem niet veel verfijning.
Zijn genezingen brengen hem in contact
men mensen van standing; zij, dankbaar
voor het herstel van hun gezondheid,
achten hem hoog. Als gevolg daarvan
heeft hij een hoge dunk van zichzelf en
dit, gevoegd bij zijn ongemanierdheid,
maakt dat zij zich overgeeft aan lompe
snoeverij, bepaald onaangenaam om naar
te luisteren, maar wat men wel kan plaat
sen bij zo'n persoon (dergelijk gedrag,
hoewel op andere toon, is niet zeldzaam
in vooraanstaander personen).
Op het eerste gezicht maakt hij een gun
stige indruk en ik houd hem voor een
goed man, wat blijkt uit het feit dat hij
onvermoeibaar is bij het doen van goed,
van de morgen tot middernacht, met een
middagmaal dat bestaat uit een stuk
brood, en soms zonder betaling. Want,
wat er ook over hem wordt gezocht, hij is
niet hebzuchtig. Af en toe zegt hij echter
zelf: "Ja, het gaat alleen om geld".
In het kort: hij is erg inconsequent, want
hij is een kletskous en geen intrigant. Op
die manier zegt hij de meest malle dingen
over de bron van zijn kracht, en hij is een
vreselijke leugenaar. Ondanks dit alles
heeft hij een goed verstand. Duidelijk is
waarom er zo verschillend over deze man
wordt geoordeeld. Ik kan er nog aan toe
voegen dat hij af en toe drie of vier glazen
jenever achter elkaar naar binnen slaat;
hij deed dit de eerste avond dat hij bij
professor Hendriks verbleef. De volgende
dag dronk hij niets, maar op een andere
dag, toen we zaten te eten, dronk hij twee
of drie glazen wijn en stond hij ieder
ogenblik op van tafel om arme en onge
lukkige stakkers te helpen. Het is niet
terecht om hem een dronkaard te noe
men, want jenever is de wijn van deze
mensen en de hoeveelheid en het moment
72