langzamerhand kreeg ik te horen wat ik nu ga vertellen. Hij was geboren in
1895. In 1913 slaagde hij voor H.B.S.-B. Doorstuderen was niet mogelijk.
Hij vond een baantje op een architectenbureau. Kort daarop ontmoette hij
'het' meisje. De liefde was wederkerig en in 1916 trouwden zij. Dat was toen
ongebruikelijk jong en alleen mogelijk als zij bleef werken, hetgeen óók on
gebruikelijk was. Hun huwelijk bleef kinderloos zodat zij kon blijven werken.
Dit bracht haar op het idee hem te stimuleren alsnog te gaan studeren. Hij
koos waterbouwkunde en mocht zich in 1922 waterbouwkundig ingenieur
noemen.
In de zomer van 1920 was met de aanleg van de Afsluitdijk begonnen. Zijn
sollicitatie bij de Dienst der Zuiderzeewerken had succes en in het najaar van
1922 verhuisden zij naar Den Oever. Jaren van hardwerken volgden. Zij bleef
hem stimuleren, maar zelf had zij het moeilijk. De dagen duurden lang en de
hoop op een kind had zij moeten opgeven. Eind 1929 bleek zij een ongenees
lijke vorm van kanker te hebben. Zij zou de voltooiing van de Afsluitdijk,
waar zij zo naar verlangde, niet meer meemaken. In december 1931 stierf zij.
Ingevolge haar wens werd zij niet begraven maar gecremeerd. Hij had daar
moeite mee gehad.
De datum van de dijksluiting naderde. Omdat het sluitgat in zijn sectie
lag, zou hij de laatste grijper leem in het gat storten. Hij had daar geen ple
zier in omdat zijn vrouw, aan wie hij dit alles te danken had, er niet bij zou
zijn. Toch zocht hij daags tevoren de machinist van de grootste kraan op om
het gebeuren te bespreken. Die avond heerste er al een feestelijke stemming,
maar Storm liet zich nergens zien en verliet Wieringen.
De volgende morgen was hij weer vroegtijdig present. Hij bleef onafgebro
ken in en bij de kraan die het gat zou sluiten. Toen het zover was, liet hij de
handeling geheel aan de machinist over. Zelf stond hij aan dek onder de
kraanarm en keek nauwlettend toe hoe de enorme grijper zich volhapte met
de grijze leem uit de langszij liggende bak. De machinist liet de grijper be
hoedzaam zakken, opende hem zó ver dat een deel van de inhoud gelost
werd en liet de weer gesloten grijper met enige kracht op de geloste klei
neerkomen. Direct daarna opende hij hem helemaal en alleen Storm ving een
glimp op van wat rechtstandig in die lading verborgen was. Alle stoomfluiten
gilden. De dijk was gesloten, maar het op die plaats te bouwen monument
zou in zijn ogen voor z'n overleden vrouw zijn.
De kraanmachinist heeft nooit gesproken. In de urnentuin van het crema
torium is de lege plek nooit opgevallen. Ingenieur Johannes Hendricus Storm
overleed in 1977. Niemand begreep waarom hij in Bolsward begraven moest
worden en niemand ook begreep waarom de lijkauto precies voor het monu
ment op de Afsluitdijk even stopte.
Th. C. van Straten;
Noordhollands Dagblad 1982
169