Een verhaal over de Mijzen in de vorige eeuw
Vroeger
Het volgende verhaal van Piet Commandeur uit De Rijp kregen we via Piet
Bommer. Hij heeft het verhaal in maart 2003 opgeschreven. Het gaat
over zijn schoonvader Gerrit Klaver overleden in 1979 op 81-jarige leeftijd.
Gerrit Klaver was veehouder in de Mijzenpolder en daarnaast 13 jaar lang
dijkgraaf van het heemraadschap Mijzen, van 1950 tot 1963. Hij was de op
één na laatste dijkgraaf, de laatste was Niek Groot die dijkgraaf was van 1963
tot 1977.
Omdat het verhaal een tijdsbeeld geeft van het leven in de Mijzen/
Eilandspolder in de dertiger tot zestiger jaren van de vorige eeuw is het niet
alleen een familiedocument, maar ook geschikt voor de Chronyke. Het geeft
een mooi beeld van onverzettelijkheid, geloof, solidariteit, tegenslag, sterfte,
nuchterheid en berusting. Een beeld van 'het was allemaal niet makkelijk
vandaag, maar laten we nu maar weer eens naar bed gaan want het is mor
gen weer vroeg dag'.
Dick Mantel
Zo maar een verhaal(tje) uit de oude doos
Mijn schoonvader Gerrit Klaver was een gerespecteerd veehouder in de
polder 'De Mijzen'. U kent deze polder misschien wel ten noorden van Scher-
merhorn, ingeklemd tussen zijn grote broers de Beemster en de Schermeer.
Hij stond bekend als een behulpzaam man, en vader van een groot gezin,
en de kinderen werden ook al op jonge leeftijd ingezet om hulp te bieden
waar dat nodig was.
Daarnaast was hij ook een vroom man, niet overdreven of dweperig, maar
hij hield er nog van die mooie ouderwetse gebruiken op na waarvan ik nu
zeg: het is misschien toch wel jammer dat die weggevaagd zijn door de mo
derne tijd.
Hij had een jaarlijkse gewoonte als het voorjaar werd, zo halfweg April,
begin Mei en er voldoende gras was voor de beesten en het dus tijd werd om
het vee naar buiten te brengen. Dat was altijd een hele gebeurtenis, een be
langrijk moment.
Als het zover was, dan nam mijn schoonvader een bakje met gewijd water
mee uit de kerk en een palmtakje en met deze attributen toog hij naar de
stal, de pet ging dan af, die werd steevast opgehangen aan een spijker in het
hooischot. Hij besprenkelde dan al zijn koeien met wat gewijd water, zo
vroeg hij de zegen over zijn gezin, want hij was er zich terdege van bewust
117