Nieuwe aanwinsten van ons museum, namelijk een gedeelte van het Schermereiland met de dorpen Grootschermer, Driehuizen en Schermerhorn, tot de gemeente Schermer behoort. Dit is de basis voor onze gerechtvaardigde wens dat de gemeente Schermer ook structureel gaat bijdragen in de exploitatie van ons museum. Ten tweede hebben wij als museumbestuur geconstateerd dat er wel algemene historische musea zijn, die de geschiedenis van de Beemster en het Schermereiland in objecten, afbeeldingen en verhalen vastleggen maar dat zo'n algemeen historisch museum voor de Schermer ontbreekt. Ons bestuur heeft besloten om - in afwachting van een eventueel voor dat doel op te richten plaatselijke stichting - in het nieuwe museum aan de Tuingracht gastvrijheid te gaan bieden aan voorwerpen met betrekking tot de geschiedenis van de Schermer, die voorwerpen te beschrijven, te verzorgen en waar mogelijk te gebruiken voor tentoonstellingen. Uiteraard blijven wij buiten het verzamelterrein van de Museummolen. Ook zullen de, door ons op die manier verzamelde, objecten te zijner tijd ter beschikking gesteld worden van een eventueel in de toekomst in de Schermer zelf op te richten (en voor certificatie in aanmerking komend) algemeen historisch museum. Wij hopen dat het bestuur van de gemeente Schermer het historisch en toeristisch belang van de polder Schermer ook als zodanig gaat onderkennen: het gaat om een belangrijk stuk cultureel erfgoed. Aldert Pilkes De Oudheidkundige Vereniging Graft-De Rijp heeft het museum een gravure met het portret van Menno Simons ge schonken. Menno Simons wordt beschouwd als de bestendiger en verbreider van het vreedzame doperdom. Zijn aanhangers noemden zich mennonieten of mennisten en later ook wel doopsgezinden. Een ingelijste tekening van het Grafter Raadhuis is een schenking van de heer G. W. van Egmond uit Assen. Via de Oudheidkundige Vereniging kwam het in bezit van het museum. 36 MuseuitBulletin m

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Een Nieuwe Chronyke van het Schermereiland - Graft-de Rijp en Schermer | 2003 | | pagina 40