:gdam toen van mijn plezierigste fietstochtjes is geweest. Ik dacht dat het mijn laatste :o Jonk die dag in vrijheid zou worden. Hij vertelde me allerlei dingen die ik gezegd zou t het distri- hebben, vooral over Hitier en Duitsland etc. Ik had het over allebei niet ge- Ik denk dat had. Toen vroeg hij me wat ik dan wel gezegd had en ik citeerde wat de waarschu- aartsbisschop gezegd had. Nou hij vond dat natuurlijk niet leuk en zei toen mijne, dan dat ik niet moest vergeten dat wat ik had gezegd dat mijn pastoor daar ver- i straat zijn antwoordelijk voor was. Ik zei dat ik het daar niet mee eens was en dat ik was in zijn oud genoeg was om de verantwoordelijkheid te dragen voor mijn woorden mkwam en en daden. Hij zei dat het wel een rechtszaak zou worden en dat we allebei fleveren bij wel zouden moeten verschijnen. Ik zei: 'nou daar zal ik heus geen kans ma- zijn vrouw ken. Ze zullen hem eerder geloven dan mij.' Hij zei: 'wel, vergeet niet, hij is dje ging ik een gevangene, jij niet.' Ik zei: 'nee, nog niet.' Enige weken later - niet mijn r vier ogen. beste weken - werd hij vrij gelaten en ik heb er nooit meer een woord over ïbroken bij gehoord. ik niet, de Terug naar mijn neef Nico Jonk. Ik kwam in contact met hem en werd men - 'ja, toen lid van de KP, de leiding zat in Volendam. Wist ik niet natuurlijk. Ik her vond langs inner me dat als ik naar een vergadering fietste, dat ik dan soms om bleef kij- j mijn zwa- ken om te zien of ik niet gevolgd werd - logisch natuurlijk. Op een dag ston- i me jou te den ze erop dat ik een pistool moest hebben voor mijn eigen bescherming, je zag, het De kerkwet verbiedt echter het dragen van een pistool dus maakte ik een af- 1 nog nooit spraak met de bisschop van Haarlem en vroeg hem om toestemming. Na een komen. Hij korte discussie gaf hij mij toestemming en zei en ik citeer: 'maar je mag hij was die niemand doden.' Waarop ik zei: 'Uwe Excellentie, dat beloof ik niet, als het ij en ik heb een kwestie is van mijn hoofd of het zijne en ik heb de gelegenheid, dan wordt het het zijne.' De bisschop zei: 'wees voorzichtig.' Ik zei: 'dat beloof ideren naar ik.' En tot op de dag van vandaag dank ik God dat ik nooit iemand heb ge- iemaal. Een dood. Echter, je weet waarschijnlijk wel dat er in de Beemster een burge- ils je zoveel meester was die de dood van een flink aantal van onze jongens op zijn gewe- I een bood- ten had en dat ze al lange tijd probeerden om hem te pakken te krijgen wat zoon op te nooit lukte. Hij had zo zijn methoden. Op een avond gingen mijn pastoor en dat hij ont- ik naar de Katholieke Kerk in de Beemster (aan de Jisperweg waar ik gedoopt ng hadden, ben) en toen we in het pikkedonker terugreden, je raadt het al daar ;r (die waar loopt de burgemeester met zijn hond, tot de tanden gewapend. Hoe gemak- i wij gingen kelijk zou het zijn geweest om mijn pistool op zijn achterhoofd te zetten en ndse leeuw hem neer te schieten. Zo'n kans krijg je niet gauw meer. Toen ik het de vol- nige wat ze gende dag aan de jongens vertelde, zeiden ze dan ook, 'kapelaan, waarom et een aan- heb je het niet gedaan!' Ik zei: 'nee, ik heb de bisschop beloofd dat ik het pi laar de op- stool alleen zou gebruiken om mijn eigen leven te beschermen tegen een 'gedekt met aanvaller.' Ik ben nog steeds blij dat ik geen rekenschap hoef af te leggen aan plaats waar God voor moord. 27

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Een Nieuwe Chronyke van het Schermereiland - Graft-de Rijp en Schermer | 2003 | | pagina 31