Na de oorlog was ook het moment aangebroken waarop NSBers en ande
re collaborateurs door de Ordedienst (OD) werden opgepakt. De OD was al in
het begin van de oorlog opgericht met het doel de orde te handhaven als de
Duitsers weer uit Nederland zouden zijn verdreven. Collaborateurs vanuit De
Rijp en omgeving werden naar het verzamelpunt in Purmerend gebracht: de
Rijks HBS aan de Wilhelminalaan (in de oorlog omgedoopt tot Verlengde
Stationsstraat). Daar zag je, aldus Kees Huijsman, eindelijk en soms tot zijn
grote verwondering ook degenen die in het verborgene lid van de NSB waren
geweest. Ook bij de NSBers waren er enorme verschillen, van passieve naïe
velingen tot gevaarlijke verraders die heel wat mensen de dood in hadden
gejaagd. Zo was een Rijper burgemeester als Cas de Boer, die nooit een
dorpsgenoot verraden had, niet te vergelijken met iemand als de Purmeren-
der Van Baak. Jo Bommer is er welhaast zeker van dat Cas de Boer al in de
oorlog van het bestaan van KP De Rijp wist: 'Als we over het vlotje naar de
Dillenburg liepen, kwamen we vlak langs zijn huis. Hij moet het geweten
hebben'.
Een ander voorbeeld vormde de NSBer en postbode Fasbinder. Deze was
zo attent om te waarschuwen dat er een razzia op komst was na een voetbal
wedstrijd tussen het katholieke DREO (De Rijp En Omstreken) en de Algeme
ne Voetbal Vereniging AW De Rijp. Bij die wedstrijd zouden flink wat leden
van KP De Rijp aanwezig zijn.
Er waren meer twijfelgevallen. Geert Woestenburg, een zuster van Willem,
was ooit in Alkmaar gezien met een Duitser. Zo'n contact betekende na de
bevrijding dat je kaal geschoren zou worden. Dat is toen door de betrokke
nen goed uitgepraat en daar is het wat haar betreft bij gebleven.
Erkenning en wanklanken
Vlak na de bevrijding besteedde de Rijper Courant in twee hoofdartikelen
aandacht aan gebeurtenissen in de oorlog. Op 19 mei 1945 -Willem Woesten
burg en Laurentius Beumer herdacht- en 26 mei 1945 -Indrukwekkend défilé
voor het historisch raadhuis te de Rijp- wordt gesproken over een herden
kingsplechtigheid op 15 mei bij Noordeinde en de daarop volgende huldiging
van het verzet. De eerste wanklank heeft betrekking op de kranslegging. Als
de leden van het verzet, het organiserend comité, de families Beumer en
Woestenburg, het R.K. kerkkoor en andere belangstellenden het blank
houten kruis bereiken waar Willem en Lau gevonden werden, blijkt dat 'het
illegale blad De Waarheid, thans Communistisch Dagblad' al een eigen krans
heeft gelegd.
Na de toespraken, het zingen van het lied Ecco quomode moritur en het
17