Noordeinde van Graft en daar de familie Schrama voor het blok zette om
Willem en Lau te informeren
Op de ochtend van diezelfde zesde februari was Willem Woestenburg al
in de Beemster geweest om te zien of hij een daar neergekomen vliegenier
kon helpen. Over deze gebeurtenis vertelde Beemsterling Mat van de
Pavert:
'In de ochtend van 6 februari fietste ik naar Midden-Beemster toen er net
weer een stel bommenwerpers overkwam, op weg naar Duitsland. Eén is
er toen aangeschoten. Ik reed van Midden-Beemster naar De Rijp, want ik
zag dat daar een parachute naar beneden kwam! Ik kwam er tegelijk aan
met Wim Woestenburg, de Rijper verzetsman. Wim was gelijk met mij op
die parachutist afgekomen. De parachutist kwam naar beneden tussen de
Volgerweg en de brug van De Rijp, vlakbij de Beemsterringvaart. In de
ringvaart lagen toen veel woonbootjes van mensen die uitgebombardeerd
waren in Den Helder. Ze zochten overal hun heil waar het een beetje
rustig was. Die vlieger was in uniform, een bruine jongen. We konden
niet terug naar De Rijp, want die vlieger was duidelijk herkenbaar in zijn
uniform. We zouden hem naar Wiedijk aan de Volgerweg brengen, de
eerste boerderij rechts vanaf de Westdijk. Maar vanaf Spijkerboor zagen
we een stel Landwachters met karabijnen ons tegemoet komen. Toen
was het verloren. We konden geen kant meer op. We hebben ons excuus
gemaakt tegenover die vlieger en zijn teruggegaan. Er zat niets anders op,
want we zaten gewoon klem. Die Landwachters rekenden de vlieger in. Ze
waren zo gebiologeerd door die bruine jongen, dat ze niet op ons letten.'6
Na de oorlog zat iedereen in het verzet
Er zijn in de jaren na de oorlog over het verzet veel wildwest verhalen ver
teld en op papier gezet. Ook bleken er opeens veel meer mensen in het verzet
te hebben gezeten.
Het verhaal van KP De Rijp is nog nooit in z'n geheel op papier gezet. En
hoewel er voor Willem Woestenburg en Lau Beumer een herdenkingsplaat
aan de Hervormde kerk van De Rijp zit en de verzetsgroep op het Rooms Ka
tholieke kerkhof van De Rijp een monument heeft ('ons monument' aldus
Kees Huijsman), vertelt de heer Huijsman mij zijn verhaal om voor de toe
komst vast te leggen hoe een groepje jonge mannen enorme risico's liep in
hun verzet tegen de bezetters. Risico's die in het geval van Lau Beumer en
Willem Woestenburg het einde van hun jonge leven betekenden.
16