vergadering van kopstukken uit het regionale verzet, zoals Mart Schrieken uit
Purmerend en Bert Snijders uit Amsterdam. Van Baak en De Boer werden in
een geïmproviseerde rechtszitting ondervraagd over hun wandaden. Vervol
gens ging de groep weer snel uit elkaar. Een paar uur later kwam via pater
Van Baarsen het bericht door dat beide gevangenen geëlimineerd dienden te
worden. De twee mannen werden door leden van KP De Rijp meegenomen
naar de grote zwarte schuur, geblinddoekt en door Willem Woestenburg en
Lau Beumer met een revolverschot gedood. Strobalen werden gebruikt om
het geluid te dempen. De lichamen gingen gekleed en wel (een van hen droeg
een leren jas) in een bak met kalk. Na de oorlog werden de lijken opgegraven
en elders opnieuw begraven. Van Baak en De Boer zijn de enigen die op de
Dillenburg om het leven werden gebracht. Opvallend is overigens dat het
boekje Purmerend in oorlogstijd 1939 - 1945 geen Duitse represaillemaatre
gelen vermeld. Dat had mogelijk te maken met het feit dat de Duitsers nog
een tijdlang dachten dat Van Baak en De Boer nog in leven waren. Er is zelfs
nog een aanbod van de Gestapo geweest om hen uit te wisselen tegen gevan
genen uit de gevangenis aan de Amsterdamse Weteringschans. Daar ging
men uiteraard niet op in omdat Van Baak en De Boer toen al dood waren.
Na de oorlog werd de hele gang van zaken gereconstrueerd en door een
speciale rechtbank getoetst. Koster en Luiks schrijven hierover: 'Tijdens de
zittingen van het Bijzonder Gerechtshof ter berechting van de bij de zaak be
trokken verraders, bestond geen twijfel over de noodzaak tot liquideren. De
verzetsmensen werden geprezen om hun moed en opofferingsbereidheid.
Dat onder de betrokkenen bijna 45 jaar nadien nog twijfels leven over de
rechtmatigheid van de liquidatie toont het behoedzame karakter van het Wa-
terlandse verzet aan.'3
In een gedenkboek van het verzet (Het grote Gebod) wordt een alinea aan
deze gebeurtenissen gewijd. 'Zeer geruchtmakend was de liquidatie van
de NSB-burgemeester en de NSB-boerenleider te Edam, die op een aller
geheimzinnigste wijze plotseling uit de dorpsgemeenschap verdwenen,
ontvoerd door de KP-Waterland en na een lekenrechtspraak gefusilleerd.
De gevolgen waren ernstig. Er lekte iets van uit en toen een nichtje van de
boerenleider één der KP-ers herkende, volgde ze deze tot het huis van
[verzetsman] Klaas de Boer -bij wie de KP steeds gastvrijheid genoot-,
waarna zij de SD [SicherheitsDienst] waarschuwde. Er volgde eerst nog
huiszoeking bij een verkeerde De Boer, maar even later werden toch
Bert [Snijders] en zijn gastheer Klaas de Boer gearresteerd. De andere
KP-ers waren reeds vertrokken. Beiden werden op 13 februari aan de
Jan Gijzenkade te Haarlem gefusilleerd als represaille op een in die plaats
gepleegde liquidatie.'
12