Het feest met de lullepijp Binnen is het een opgewekte boel, er wordt gerookt, gedanst en muziek gemaakt met een lier en een lullepijp (een doedelzak). De vrijsters stellen zich aan één kant van de herbergruimte op en de jongemannen aan de ande re. Nu komt de makelaar' in aktie, hij vraagt aan een jongeman in welke van de meisjes hij 'sin of behagen' heeft. Vervolgens gaat hij naar het meisje, de jongeman 'soo veel doenelijk is' aanprijzende. Geen enkele 'van de deugden en qualiteyten verswijgende' Als er een accoord bereikt is, moet 'die bruydegom alle de gemaakte of verteerde kosten betalen'. Voor het hele gezelschap is er volop 'rijstenbrij met suyker en pijpkaneer. Schoemaker beschrijft het subtiel: 'de overeengekome- ne jongeieyden kruypen die nacht bij malkanderen. Dikmaals een jaar of twee met den andere Ieevende als man en vrouw". Het huwelijk kwam later. 'Wat veele alsnoch niet geweten of nooyt gehoord hebben' Schoemaker geeft aan dat in Noord-Holland, tot kort voor de tijd van de vrijstermarkt, nog het 'recht van de eerste nacht' ('ius primae noctis') bestond. In verscheidene heerlijkheden, schrijft hij, had de heer van de heerlijkheid, als iemand in zijn rechtsgebied ging trouwen, het voorrecht 'van den eersten bijslaap der bruyt. En het maagde roosgen alsoo van den steel te rucken'. Maar hier is wel tegen op getreden: 'de souverijnen en opper regenten hebben als christenen dese quade gewoonte afgeschaft'. In plaats daarvan moet er wel aan de heer 'een stuck geit' gegeven worden. De brand in 1699, daarna 'deftiger als tevoren' 'In den jaare 1699 op 3 november ontstond in het dorp Schermerhom een seer sware en schrickelijke brant, waardoor in wijnige uren in het voornaam ste van 't dorp 63 huysen door het vuur verslonden werden. In die huysen 78 huysgesinne. De welke wijnig van haar goederen konde bergen door de felle vlam. Daar en boven moesten noch eenige pakhuysen dat droevig lodt onder gaan. De brand was soo fel dat er bijna geen stuyten of blussen aan en hielp. Niet tegenstaande men alle moeyten aanwende om het selve te blussen. Na derhand sijn op de afgebrande erven wederom nieuwe huysen geset, waardoor het dorp weder in staat gekomen is. En is nu wel deftiger als tevoren. En nu een heel fraay dorp. Sijn groote is 3000 last dragende morgen lands, behalve de waterloopen, wegen en dijkenEen vermakelijken, wel bewoond dorp'. De Pinksterblom Op een pinksterdag in 1718 had Schoemaker ook al een bezoek aan Schermerhorn gebracht. Vanuit Purmerend was hij naar Schermerhorn ge- 87

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Een Nieuwe Chronyke van het Schermereiland - Graft-de Rijp en Schermer | 2002 | | pagina 8