augustus aan wal te 1 Decima. n 7 Euro- i met een 17 decem- lar Neder- itein Men- /amen om i zij op de ontmoette getrouwd,, ost. Over- geld lenen eft aange- zij na een vracht be- werd aan- water in te egenomen /ader bleef mmerman. terug naar gingen de [gens naar Cheribon en Semarang. Hier bracht Pieter een bezoek aan Louwens Laan, een koloniaal afkomstig uit De Rijp. Na een totale reis duur van 34 maanden arriveerde de 'Koning Willem II' te Nieuwediep op 28 september 1859. Na weer tevergeefs werk zoeken aan de wal, maakte hij enkel reizen op een stoomschip, dat tussen Amsterdam en Hamburg voer. Hij werkte toen als Matroos en verdiende naar zijn zin te weinig. Hij monsterde weer als zeilma ker aan, maar nu op de 'Admiraal Piet Hein' onder kapitein Hazewinkel. De reeds eerder genoemde Jan Oudejans voer op dat schip als bootsman. De eerste reis ging naar Batavia, waar ze begin februari 1861 aankwamen. Via Soerabaja gingen ze 5 mei weer terug naar Nederland. Totdat het schip 3 de cember weer naar Batavia vertrok, waren zijn vrouw en kinderen bij hem aan boord. Door tegenwind gingen ze pas op 18 december van de rede van Texel naar zee en arriveerden op 5 april 1862 te Batavia. Vandaar naar Cheribon en Indie Majon om met volle lading op 7 juni op de rede van Batavia voor anker te gaan. Daar werden 40 afgekeurde mariniers en matrozen als passagiers ingescheept. Op de thuisreis via Kaap de Goede Hoop ondervonden ze veel stormachtig weer en tegenwind. Te Sint Helena ankerden ze om water en proviand in te nemen. Eind september 1862 waren ze weer te Nieuwediep. De scheepvaart was zeer stil en overgrootvader ging met zijn gezin aan boord te Amsterdam om de zeilen te verstellen. In 1863 werd het schip weer bevracht. Op 4 december kwamen zij te Batavia aan. Vanwaar ze naar Soerabaja en Probelingo voeren. Op deze kustreis werden 2 inlanders van een weggedre ven bamboevlot gered en te Probelinga aan de wal gezet.Toen 'De Admiraal Piet Hein' op 23 juni 1864 te Nieuwediep arriveerde, beëindigde overgrootva der hiermee zijn laatste zeereis. Door de toenemende stoomvaart was er voor een zeilmaker of scheeps- tuiger geen werk meer. Hij voer daarna nog op een boot van de 'Alkmaarder Pakket' en woonde met zijn gezin in Alkmaar. Zijn broer Jan hielp hem aan werk bij een graanhandel in Amsterdam. Zijn gezondheid begon hem echter in de steek te laten en in het voorjaar van 1867 gingen ze weer in De Rijp wo nen. Het jaar daarop overleed Pieter Spaarman op 21 augustus 1868. Grootvader Willem eindigde in zijn schrift met de volgenden woorden: "Van het begin van zijn huwelijk af had hij altijd van reis tot reis vol ver langen uitgezien naar de tijd dat hij ons niet meer behoefde te verlaten en naar de genoegens van den huislijken haard en toen eindelijk die tijd aange broken was, was hij zo kort van duur en zo vermengd met zorgen van allerlei aard. Maar zo is wel voor de meesten het leven" Met dank aan mijn broer, geef ik nu de pen door aan Alie Mulder. A.M. Leguit-Spaarman Museum Bulletin 109

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Een Nieuwe Chronyke van het Schermereiland - Graft-de Rijp en Schermer | 2002 | | pagina 30