ook hekelaar in Oost-Graftdijk maar hij had geen eigen bedrijf. En ook zijn twee zoons verdienden de kost met hekelen, maar niet in een eigen hekelhok. En zo zullen er ook in West-Graftdijk zijn geweest die dat ongezonde bedrijf hebben uitgeoefend zonder ook maar het geringste aandeel in hun stoffige werkplaats te hebben gehad. Maar misschien waren er ook wel die het heke len in de open lucht bedreven, zoals ook het beroep van touwslager in de openlucht werd uitgeoefend en zoals zelfs tot in onze dagen het bouwen van schepen bij Van der Beidt in de open lucht werd bedreven. Hekelen was geen rijkmakerij Weet U waar het Hekelpad is, in West-Graftdijk? Het Hekelpad is de verbin ding tussen de Zuiderstraat en de Kanaaldijk, iets westelijk van het café "Vislust", dat thans op de nominatie staat te worden gesloopt. Aan het Hekelpad stond het laatste hekelhok van dit dorp, maar gehekeld werd er al lang niet meer, in de jaren vlak voor de oorlog. Het hekelen was een vorm van huisnijverheid. Hekelaars waren kleine, zeg maar gerust: zeer kleine zelfstandige ondernemers, die werkten voor de Zaan- se zeildoekindustrie. Zij bewerkten hennep, waardoor het kon worden ge sponnen tot garens, die vervolgens in de weverijen te Krommenie tot zeildoek werden verwerkt. Het hekelen werd meestal uitgeoefend als familiebedrijfje. Het was een stoffige en zeer ongezonde arbeid. Hekelaars werden meestal niet oud. Veertig a vijfenveertig jaar. Dan hadden de meesten het wel gehad, zo blijkt uit de registers van de burgerlijke stand in Graft, in de 19e eeuw. Ik weet niet hoeveel hekelhokken er ooit in dit dorp zijn geweest, maar het is me uit overlevering bekend dat er in Oost-Graftdijk nog vijf in bedrijf waren, in het begin van de vorige eeuw. Tot aan de eerste wereldoorlog. Toen stag neerde de aanvoer van met name de Russische hennep, die favoriet was als grondstof voor de zeildoekmakerij. In Oosterbuurt is één hekelhok bewaard gebleven en inmiddels enige jaren geleden als zodanig gerestaureerd. Het was het hekelhok van de familie Heertjes. Eigenlijk moet ik zeggen- van één van de families Heertjes, want er waren er minstens twee van die naam, die zich met hekelen hebben bezig gehouden. Op de plek waar nog niet zo lang geleden café "Oosterbuurt" stond, stond begin vorige eeuw nog het hekelhok van de gebroeders Arie en Salomon Heertjes. Andere hekelaars in Oosterbuurt waren Klaas Nat met zijn zonen Willem, Bertus en Cor, alias de Kanis; de Blokkertjes, dove Reindert met Maarten en lange Kees de Jong. En in een iets verder verleden was één van mijn voorvade- 80

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Een Nieuwe Chronyke van het Schermereiland - Graft-de Rijp en Schermer | 2001 | | pagina 4