Ingrediënten
1 kg onrijpe walnoten
2 kg suiker
pijpkaneel
kruidnagel
Bereidingswijze
Pluk grote, onrijpe walnoten vóór 24 juni, de naamdag van Johannes de
Doper, nog voor er van binnen houtvorming plaatsvindt. Dit is met een naald
te voelen. Schil de groene bast eraf tot het witte gedeelte. Trek huishoudhand-
schoenen aan voor dit karwei, aangezien de schil veel looizuur bevat, waar
door de handen bruin kleuren. Doorboor de noten met een lange naald op
verschillende plaatsen. Laat de noten dan in ruim water weken en ververs het
water regelmatig om de bitterheid weg te nemen. Kook de noten in water in
circa 10 minuten tot ze gaar zijn. Giet de noten af en laat ze op een rooster of
zeef drogen. Steek in iedere noot een stukje pijpkaneel en/of een paar kruid
nagelen.
Maak dan een suikerstroop van twee delen suiker en één deel water. Kook de
walnoten kort in de siroop. Haal ze dan van het vuur en laat de noten 24 uur
in de stroop staan, zodat alle vocht eruit getrokken wordt. Haal de noten uit
de stroop en laat ze op een rooster uitlekken. Doe de noten in schone, glazen
potten. Kook de stroop in tot deze dik is en giet deze kokend heet over de no
ten. Zorg dat de noten helemaal overdekt zijn met siroop. Sluit de potten heet
af. De gekonfijte walnoten zijn rond Kerstmis op zijn lekkerst.
Literatuur
Molen-Willebrands, M.E. van der, De verstandige kok of zorgvuldige huis
houdster. Het enige gedrukte kookboek uit de Noordelijke Nederlanden,
uitgegeven te Amsterdam door Marcus Doomick in 1669, bezorgd en van
commentaar voorzien door -. (binnenkort te verschijnen tekstuitgave)
Witteveen, J., Kookboeken over kookgerei. Het kookgerei van de middel eeu
wen tot de twintigste eeuw'. In: Quintessens. Wetenswaardigheden over
acht eeuwen kookgerei. Catalogus bij de gelijknamige tentoonstel ling in
Museum Boymans-Van Beuningen. Rotterdam, 1992, pp. 14-33
102
Museum Bulletin