V E RS TA N DIG E K O C K,
Of Sorglmiklige Huyshoudftcr
Veel onmisbaar keukengerei is niet zichtbaar op de titelprent van De ver
standige kok. Zo waren een hakblok en hakbord nodig om grote stukken vlees
klein te kappen en groenten en groene kruiden fijn te snijden. Verder was een
mortier met stamper onmisbaar om specerijen en noten fijn te stampen. Om te
zeven gebruikte men een "teems' of "stromijn', die bestond uit een ronde
houten bak met een bodem van grof weefsel, meestal paardenhaar. Men zeef
de ook wel door een doek. Daarnaast beschikte men over een aarden
"vergiettest' om groente en vis te laten uitlekken. Lekkere wafels en oubliewa
feltjes werden gebakken in wafelijzers. De oublies werden na het bakken snel
opgerold en aan het eind van de maaltijd geserveerd bij gekruide wijn, de zo
genaamde "hyppocras'.
Aan het eind van de maaltijd at men ook verschillende soorten confituren,
zoals natte confituren van groene walnoten en andere soorten vruchten, wat
we nu vruchten op siroop noemen. Verder stonden er ook droog gekonfijte
vruchten op tafel, en jams ("marmelade' van kweeperen), aalbessengelei en
vruchtenkoekjes, bijvoorbeeld van kweeperen. De verstandige kok geeft tal van
heerlijke confiturenrecepten. Hij noemt als kookgerei voor confituren de con-
fituurpan. Dit is een metalen gerei met een vlakke bodem, rechtopstaande zij
kanten en een bodem met dezelfde doorsnee als de opening. Een lange steel
was nodig om de pan snel van het vuur te kunnen halen als de (gloeiend hete)
suikerstroop de juiste dikte had.
Andere voorwerpen die de kok of kokkin in vroeger tijden nodig had, wa
ren onder meer een rasp om brood en suiker te raspen; suiker werd als een
kegelvormig suikerbrood aangeleverd. Verder was in het najaar een vleeskuip
nodig om na het slachten het gezouten vlees in te doen. En tot besluit mogen
de vele ijzeren, houten en tinnen lepels, pollepels, schuimspanen, ijzeren mes
sen en grote vleesvorken niet worden vergeten, evenals de tinnen en houten
borden.
De 17de-eeuwse keuken was een bedrijf waarin het koken een zware en
moeilijke klus was.
Marleen van der Molen
100
Museum