Een vraag
Conclusie van de schrijver van dit artikel
bouwen en in polders steeds opnieuw ruilverkavelingen en peilverlagingen
toepassen. Maar de enig juiste oplossing tegen wateroverlast is ook de
boezem bemalen en zorgen dat de capaciteit van de gezamenlijke boezem
gemalen groter is dan de totale capaciteit van de op de boezem uitslaande
poldergemalen. En ervoor te zorgen dat de boezemgemalen te allen tijde, dus
ook bij hoog buitenwater kunnen blijven pompen. Dat geeft pas veiligheid!
Het voorstel van vertraging van het besluit om een gemaal te Schardam te
plaatsen noem ik in dit kader wanbestuur en desastreus'.
In december 1996 verscheen een rapportage opgesteld door de Rijks
dienst voor de Monumentenzorg (RDMZ), geschreven door G. H. Keunen.
Als goedkope en snel te realiseren oplossing werd voorgesteld gebruik te
maken van de bestaande infrastructuur en de monumentale uitwaterings
sluizen beter te benutten. Door aan de sluizen pompcapaciteit (door middel
van onderwaterpompen) toe te voegen kon volgens het rapport snel en een
voudig de capaciteit verdubbeld worden. De bemalingscapaciteit van de
Schermerboezem zou van 50% op 100% komen.
Is aan dit rapport wel genoeg aandacht besteed?
Vergroot waar mogelijk de boezem. Vergroot waar mogelijk de water
capaciteit van de polders (het retentievermogen) om de gevolgen van de
ruilverkaveling en verstedelijking tegen te gaan (zoals in de polder de
Woudmeer en de Speketerspolder; waterschap Groot-Geestmerambacht).
Tegen de enige echt effectieve manier van waterberging, de inlaat
methode, kunnen grote bezwaren ingebracht worden. Bij het maken van
inlaatpolders wordt het water rondgemalen, waarbij aan het eind van het
maalproces het waterprobleem niet opgelost is (P.G.). Verder moeten er,
zoals de studie 'Levende Berging' het zo subtiel uitdrukt, boerderijen en
woonhuizen 'uitgeplaatst' worden en 'infrastructuur vernietigd'. Wat voor
ontwrichtende invloed heeft dat op de betrokken bewoners en hoeveel kost
het! Bovendien moet je bedenken dat het verlies van een gebied met een
grote cultuurhistorische waarde niet in geld is uit te drukken.
De studie onderscheidt twee mogelijkheden. Of de landbouw blijft in
zo'n polder mogelijk, waarbij er een schaderegeling moet komen voor de
49