Reactie op de optie Beetskoog/Westerkoog/Etersheimerbraak/Kleiput
als inlaatgebied
Het onder water zetten en voor bewoning ongeschikt maken van zo'n
klein gebied (200 ha) is dwaas. Het is waterbouwkundig gepruts dat geen
zoden aan de dijk zet, veel geld kost en een gemeenschap ontwricht. In het
gebied ligt een kerkhof en een natuurmonument (de Koogbraak). De ber
ging zou 4 miljoen kubieke meter beslaan, een hoeveelheid water die bij
complete boezembemaling in 10 uur op het buitenwater wordt gebracht.
De zinloosheid van de berging wordt in feite in de studie beschreven: 'de
overlaten gaan werken bij een peil van -0,20 NAP. Zodra Beetskoog en Wes
terkoog 'vol'zijn gaat ook de Etersheimerbraak instromen en als laatste de
Kleiput. Na gebruik worden de gebieden binnen enkele weken weer leegge-
malen om aan de veiligheidsfunctie te voldoen. Voor de Etersheimerbraak en
Kleiput geldt een maximale periode van een maand. Wanneer de bestaande
capaciteit voor deze gebieden tekort schiet wordt gebruik gemaakt van mo
biele bemaling op het Markermeer'. Einde citaat.
Duidelijk wordt hier echter gemaakt dat bemaling nodig is om het water
weer uit de ondergelopen polder weg te pompen. Het water dat oorspronke
lijk uit de boezem kwam moet weer terug gepompt worden om vervolgens in
de goede richting te worden gestuurd (het buitenwater). Dit geldt voor alle
berging door middel van inlaat. Er is sprake van zinloos rondmalen!
Omdat het illustratief is voor berging door middel van inlaat nog een
keer de beschrijving van de lange weg van het water:
het water is in eerste instantie opgemalen uit een (diepe) polder naar de
hoger gelegen boezem. Dat kost energie, maar het is nodig want de pol
der moet droog blijven.
in het geval Bk/Wk/E/Kp wordt bij hoge boezem dit inmiddels
'boezemwater' geworden polderwater twee meter naar beneden gestort
langs een talud dat bedekt is met een 'erosiebestendige kleilaag' met
'aangepast gras' om terecht te komen in de bergingen Beetskoog
(Schardammerkoog) en Westerkoog (Groote Koog) enz.
het nu 'bergingswater' geworden water wordt zo spoedig mogelijk via
uitlaten weer op het polderniveau van de Beetskoog en Westerkoog ge
bracht en is dan weer polderwater.
dit polderwater wordt door de poldergemalen weer terug op de boezem
gebracht.
De cyclus (polder-) boezem - berging - polder - boezem is voltooid. Er is
gemaald zonder het probleem op te lossen, want het water moet nog steeds
naar buiten.
47