Molens met twee schepraderen in Westfriesland - Er zijn echter, naast
de al genoemde Schielandse molens, nog meer voorbeelden van molens
met twee schepraderen waarvan we met zekerheid kunnen zeggen dat ze
daadwerkelijk bestaan en gefunctioneerd hebben. Om te beginnen vermeldt
Keunen3 dat er in het waterschap De Vier Noorder Koggen, even bezuiden
Medemblik, vijftien molens stonden waarvan er enkele voorzien waren van
twee op verschillende peilen gestelde schepraderen om bij hoge zeestanden
als bovenmolen en tweede trap van de bemaling te kunnen functioneren.
Deze vermelding was mede gebaseerd op de kadastrale kaart van het ge
bied uit 1825. De kaart (Afb. 4) toont inderdaad een tweetal molens
waarvan de dubbel uitgevoerde waterlopen en de ligging aan zowel het
polderwater, de boezem als het door de sluizen op zee afvloeiende water
sterk suggereren dat de door Keunen genoemde voorzieningen aanwezig
waren. Een kaart van Jan Cornelisz. Schagen uit 1638 (Afb. 5) geeft aan dat
Afb. 3 - Hoe Johannis van Zyl zich in het Groot Algemeen Molenboek (1761) een
watermolen met twee schepraderen (C) voorstelde, die met twee gewone scheprad
molens (A en B) was opgenomen in een complex van drie molens. Molen C is
uitgerust met een laag (D) en een hoog scheprad (E). Bij F bevindt zich een kleine
duiker. G is de zeedijk, met duiker. H: zijaanzicht van de molengang.
57